![]() |
De Virgins, zo noemen ze die hier. We hebben ze in drie soorten. De Spaanse, daar zijn we nu. Verder naar het Oosten liggen de USVI's. De United States Virgins. Nog verder naar het Oosten? Ja, dan ben je op de British Virgin Isles.
![]() |
We verlaten het hoofd eiland en varen naar Isla Palominos. Meteen komen in een kermis terecht. Wat een drukte en wat een herrie! Overal motorboten. Puerto Ricanen zeilen niet, dat zijn macho's in een motorboot. |
"Ja, het is weekeinde, dan maken ze hier plezier. Kijk maar eens hoe die mensen genieten. En over een paar uur varen ze weer naar huis en hebben wij het eilandje voor ons zelf," merkt anja op.
Het begint te schemeren en een voor een brullen de schepen weer weg. Op een stuk of vijf na. Die liggen bij het strand met hun eigen disco. Tot diep in de nacht schalt de muziek van die paar motorboten af.
Na een paar dagen slaat de verveling toe en vertrekken we weer. Twintig mijl naar het Oosten, lekker tegen de wind in. Dat vroeg in de ochtend vertrekken dat werkt niet meer. Dat is alleen ten Zuiden van Puerto Rico. Hier staat dag en nacht de passaat door. Op naar Culebra!
29 januari 2011.
Eigenlijk zijn de de 28ste al vertrokken voor onze 20 mijl naar Culebra. Maar het waaide veel te hard dus zijn we omgedraaid. Dus vandaag gaan we voor de herkansing! Stuk minder wind en een beetje meer naar het noorden gedraaid. We konden zelfs ook nog een beetje zeilen. De inloop is best wel spannend, het gat tussen de koraal riffen is net 50 meter breed. Wel heel mooi hier! Achter het rif is het water vlak, geen golfje meer te zien. Er liggen een stuk of tien boten voor anker. We varen tussen de tonnetjes door naar achteren, diep in de baai. Op een meter of 7 diep laten we ons anker zakken. Klapje achteruit en we liggen als een blok. |
![]() |
Er liggen hier veel Amerikanen. De meesten wonen op hun schip en het lijkt er op dat ze al een tijdje hier zijn. We liggen vlak bij het dorpje wat het eiland zijn naam heeft gegeven. En............... we hebben zelfs snelle internet! Gratis van het eiland. Dat maakt direct al dat we minimaal een dag langer blijven liggen!
![]() |
We varen met de dinghy naar het markante op haal bruggetje en de restaurantjes die er bij liggen. Dat ziet er gezellig uit! We houden het hier wel even vol! |
|
Maar na een paar dagen hebben we het hier ook wel weer gezien.
"Wat is er met ons aan de hand? Het varen en het leven op de boot, daar is niks mis mee. Wat dan wel? "We missen de kudde!". "De Kudde?" zul je zeggen. "Ja, de kudde. Vroeger kwam je in een groepje terecht met andere zeilers. Die gingen allemaal ergens heen. Meestal naar de zelfde eilandjes als wij gingen. Dan kom je die mensen een week of zo later weer tegen. En dat is leuk! Wij varen nu van West naar Oost. Dit terwijl iedereen hier van Oost naar West vaart. Je komt wel mensen tegen, maar die zie je daarna nooit meer. Het heeft dan ook geen zin om kennis te gaan maken."
Via de Mail of de marifoon hebben we vaak contact met Rudie en Marijke van de Lizzy. Zij liggen graag is stille baaitjes, wij hebben liever wat mensen om ons heen. Zij gaan net als wij ook naar St Maarten.
2 februari 2011.
"We gaan naar de echte Virgens, naar St. Thomas!" roept Hans als hij wakker wordt. "Mooie dag en de wind staat ook lekker," vervolgt hij. Het anker gaat omhoog, en de motor gaat aan. (Eigenlijk andersom natuurlijk.) Zachtjes tuffen we de baai weer uit. "We hoeven geen tot ziens te roepen hoor, we komen hier toch nooit meer terug!" lacht Hans. We hijsen vast het grootzeil en vogelen tussen de rifjes door. We hebben een dikke 25 mijl te gaan, uiteraard weer tegen de wind in. St. Thomas is het eerste echte Amerikaanse Maagden Eiland. We maken een paar slagen met de motor bij en tegen de middag lopen we de Ruyter Bay binnen. Bekende naam? Je komt hier wel meer Nederlandse namen tegen! Foto Lizzy. |
![]() |
"Waar moeten we zijn?" vraagt Anja. "Het ziet er wel een beetje onoverzichtelijk uit hier. De boeien liggen hier andersom dan in Nederland. Maar daar in de verte liggen een paar jachtjes, dat zal de inloop wel zijn. Wel druk zeg!" |
![]() |
![]() |
We varen verder en komen bij een bocht uit. "Hier moeten we links aanhouden, volgens de kaart tenminste," komt Hans met een wijze opmerking. "Nee joh, dan lopen we de industriehaven in, dat loopt dood daar," was Anja's antwoord. "He, die cruise boot vaart bij zijn stijger af. Dan wordt het krap hier." En zo kleppen we verder tegen elkaar. We varen ruim voor de Cruise boot langs, uiteindelijk varen wij in de geul en hij niet. |
Het water wordt wat smaller, maar dan wordt het schrikken. Hier liggen dus tientallen zeiljachten op de kant. Kapot, verlaten, gesloopt. De rillingen lopen over onze ruggen. "Goed sturen Anja, daar willen we niet bij liggen!" roept Hans. |
![]() |
![]() |
|
|
Wie zei er nu dat catamarans niet konden zinken? Dat heeft deze eigenaar waarschijnlijk niet begrepen! Overigens scheelde het maar een haar of we waren zelf ook scheepswrak geworden. Op het kaartje rechts is het water wit en het land blauw. |
|
Links onder het kaartje zie je twee rifjes. Volgens Rudie van de "Lizzy" kun je daar makkelijk tussen door. Moet je dus wel een beeldscherm bij je stuurwiel hebben en dan nog geeft zo'n kaart al gauw 25 meter afwijking. We komen aan varen en zien een roeibootje midden in het geultje. Met een grote bocht vaart hij om het rifje heen. "Dat is daar dus echt niet diep." zegt Anja. En de opening tussen de rifes is misschien maar 30 meter breed." "Joh, dat geeft niets, onze Fiddle is maar 4 meter breed hoor!" antwoordt Hans.
We wachten tot de roeiboot er door is en geven een beetje gas. Langzaam, we hebben tijd genoeg.
Zo'n tien meter voor de doorgang zien we ineens een grote brede passagiers catamaran op ons af komen. "Shit, die heb ik helemaal niet gezien, we hebben alleen maar naar dat roeibootje gekeken. Dit is niet goed, en omdraaien kunnen we ook niet meer." De Cat houdt keurig zijn stuurboord wal aan. De schipper kijkt met een blik van: "Weer toeristen..........." En natuurlijk heeft hij helemaal gelijk. We sturen naar rechts, vlak langs het rifje. Links hebben we een halve meter tot aan de catamaran, rechts zien we alleen nog maar het rifje, misschien een halve meter onder water. We zijn er vlak langs geschoven.
Niet bepaald okselfris varen we verder. "Een beetje trillen doe ik wel hoor!" merkt Hans op. Net bij gekomen van de schrik horen we opeens een hoop lawaai. Vliegt er een watervliegtuigje langs.
"Ik heb het nu wel gehad hoor Anja. We gooien daar ginds het anker uit en nemen een biertje. We hebben al avontuur genoeg gehad voor vandaag!"
|
![]() |
De vlag van Puerto Rico mag naar beneden. We hebben er een mooie vervanger voor. De Stars & Stripes van de USA. Dit is het eerste vlaggetje, na de Belgische en de Franse vlag, dat Anja niet zelf gemaakt heeft. Maar toch gaat het met dezelfde waardigheid in het want om hoog. In de verte ligt de "Lizzy." Daar varen we straks met de dinghy nog even langs. We liggen midden in de stad, zo'n honderd meter van de drukke boulevard af. Aan de andere kant van de baai liggen vier cruise schepen. En al die passagiers willen naar de wal, souveniers kopen, glaasje drinken, je kent het wel. Op Bonaire is het niet anders. Het is een gezellige drukte hier, dat bevalt ons wel. Charlotte Amalie heet het hier. We varen met de dinghy naar de boulevard en lopen een beetje rond. Uiteindelijk komen we aan het einde van de boulevard, bij de steiger waar de watervliegtuigen afmeren. En wat zien we in de verte? Een Mc. Donalds! Dat wordt een milkshake! |
![]() |
![]() |
De cruise boot passagiers worden vervoerd naar de enige straat die toonbaar is voor touristen. Daar vindt je dus zeker 20 juweliers naast elkaar en de gasten struikelen over elkaar de winkeltjes binnen. En ja hoor, ze kopen bijna allemaal wel iets. Een ring voor haar, als herinnering aan Charlotte Amalie. En voor hem een mooi horloge. Ook als herinnering. |
Zo maar wat plaatjes.
![]() |
|
![]() |
|
Anja heeft het naar haar zin. Ze staat al voor haar favoriete winkeltje. "Kom Anja, we moeten verder!!"
Als je twee straten verder de berg omhoog loopt voel je je als tourist toch niet echt veilg meer. We lopen er een beetje rond maar de locals die daar op de stoepjes zitten kijken ons niet vriendelijk aan. Kunnen we ons wel wat bij voorstellen als je weet hoeveel geld er een paar honderd meter verder uitgegeven wordt aan nutteloze dingen. Maar de Amerikanen zijn trots als een aap. Kijk maar naar het nummerbord: U.S. Virgin Islands, America's Caribbean! |
![]() |
We bijven nog een paar dagen hangen voordat we weer verder gaan.
13 februari 2011.
![]() |
Tijd om weer verder te varen. De Virgins is een mooi zeilgebied. De afstanden zijn nooit meer dan een mijl of tien. Overal om je heen zie je eilanden. Begrijpelijk dat er veel charter schepen zijn. En eigenlijk ook best wel veel cruisers, zeg maar mensen net als wij met een eigen schip. De volgende stop heet St. John. |
Toch valt het wel mee met de drukte. Er is ruimte genoeg voor al die schepen. Je kunt er heerlijk zeilen en dat gaan we hier dus ook doen. Heerlijk dagtochtjes van de ene baai naar de volgende, van het ene eilandje naar het volgende. Je vaart bijvoorbeeld van St. John naar Jost van Dyke een een uurtje tijd. Fijn met de passaatwind van op zij. Waar ter wereld vaar je in een uur tijd van de USA naar England? |
![]() |
![]() |
Zullen we het geheim verklappen? St. John is Amerikaans en Jost van Dyke is Engels. Die Jost van Dyke was overigens ook een Nederlander. Wij blijven nog even aan de Amerikaanse kant en pikken een boeitje voor Cruz Bay. Het varen en het leven op de boot begint ons steeds meer te bevallen. En die eilandjes ook wel. "Wat zit jij nou te lezen?" vraagt Anja. "Oh, het boek over de Pacific. Ik denk dat ik het toch wel heel leuk zou vinden om komend najaar door het Panama kanaal heen te gaan. Het is zomaar een idee, we waren dat toch ook van plan toen we vertrokken." |
En Hans mijmert weer verder in zijn boek. Zo komt het Panama verhaal steeds vaker ter sprake. We zouden eigenlijk pas gaan beslissen wat de toekomst zou brengen als we in St. Maarten zijn. Niet op de zaken vooruit lopen! Toch gaan die plannen langzaam maar zeker meer vorm aannemen. We hebben het er voortaan elke avond over. Mazzel vindt dat maar niks. Hij doet alsof ie zit te slapen, maar z'n oren staan recht over eind. "Dat kan toch niet waar zijn, begint dat gezeur over het Panama kanaal en de Pacific nu alweer? Daar wil ik helemaal niet naar toe, dat is zo'n eind varen. Doen ze me helemaal geen lol mee hoor!" |
![]() |
![]() |
We gaan naar de wal om uit te klaren. Dag USA, we gaan weer verder! Bij de immigratie valt het allemaal wel heel erg tegen. Een vriendelijke dame vraagt ons witte kaartje terug. Hans geeft het aan haar en daar was het dus mee gedaan. Helemaal geen stempels, geen formulieren, helemaal niks verder. Alleen een glimlach. |
We lopen door het stadje en maken een paar plaatjes om de sfeer vast te houden. Santa Cruz.
![]() |
|
![]() |
|
![]() |
|
Ja, St. John is een leuk eilandje, we voelen ons er wel thuis. "En hebben de US Virgins ook nadelen?" zou je kunnen vragen. En dan zeggen wij: " Jazeker. Omdat de Amerikanen het hun eigen Carib vinden willen ze het ook mooi houden. Het is dus een nationaal park. Zodra je ergens komt en je hoort dat er een nationaal park is, weet dan dat dat een ander woord is voor betalen! Hier betaal je $ 25,-- per dag om aan een boeitje te liggen. Als alle boeien bezet zijn, mag je ankeren. Moet je ook $ 25,-- voor betalen. Ja, en dat is dus een nadeel want dat maakt het ineens behoorlijk duur om wat langer te blijven."
19 februari 2011.
Het verhaal met het in en uitklaren blijft je volgen als je op een boot rond vaart. Om in England in te klaren bij de Customs kun je op een paar plekken terecht. Bij ons in de buurt is dat Tortola of Jost van Dyke.
Bij de zeilers gaat het verhaal rond dat je dat beter op Jost van Dyke kunt doen. Daar is een klein kantoortje waar ook alle mensen die met de pontjes komen in moeten klaren. Daargaat het vlug zonder allerlei vragen. Dus steken we vandaag de 5 mijl over naar Jost. Mooi halfwinds rak, je bent er zo.
![]() |
|
Anja hijst het vlaggetje nadat we geankerd hebben. We zijn weer in England. "Dat is zes jaar geleden!" We nemen de dinghy naar de wal. Welcome!
![]() |
|
Dit is weer een nieuwe verademing. Wat een rust. Zandpaden, leuke terrasjes en eet tentjes, een paar winkeltjes, een kerkje met een prediker die zichzelf graag hoort praten, een kerkhofje en een spannende baai om in de ankeren. Het inklaren is inderdaad een fluitje van een cent, dat duurde geen kwartier. Bootje rechts is onze Fiddlesticks. |
![]() |
![]() |
|
De baai is geen fijne baai om te ankeren. Er liggen veel boeitjes die veelal door de charterboten gebruikt worden. Dat kost natuurlijk geld, maar ankeren is gratis! Wij liggen dus achter ons anker, maar de bodem is bijna overal koraal. Dat is moeilijk voor ankers om de bodem vast te houden. Onze Spade bijt vast als een leeuw, maar we zijn de enige Spade in de baai. 's-Nachts giert de wind tussen de bergen door en dat gaat gepaard met harde snukken aan de ketting en een hoop herrie binnen in de boot. Je hoort namelijk de ketting over de bodem schuren en dat geeft een eng geluid. Telkens denk je: "Oh jee, nou gaat ie!" Nou, wij gingen niet, maar een paar anderen toch wel.
Midden in de nacht komt Hans zijn bed uit. "Wat ga je doen?" mompelt Anja in haar slaap. "Ik ga ankerwacht houden. De wind giert van alle kanten door de baai en ik vertrouw het niet." Hij loopt naar buiten en ziet de achterkant van een groot Engels zeiljacht, nog geen halve meter achter onze windvaan. Hans probeert snel de motor te starten maar dat lukt niet omdat hij de schroevendraaier niet in het contactslot kan krijgen. UIteindelijk lukt het en met een "Volgas" schuift de Fiddle net op tijd van de andere boot vandaan. Hans roept en schijnt met de zaklantaarn en eindelijk komt er daar iemand naar buiten. "Sorry," roept de man.
De volgende nacht zijn we toch maar aan een boeitje gaan liggen. Geeft toch wat meer rust en dan betalen we gewoon die $ 20,--
22 februari 2011.
Het is een mooi eiland dat Jost van Dyke. En ze hebben er ook een heel goed restaurant. "Weer eens een echte biefstuk," zegt Hans met zijn mond vol, "heerlijk!" Maar de ankerplek werkt toch op onze zenuwen dus pakken we de biezen. Naar Tortola, een veel groter eiland. We gaan naar de hoofdstad, Road Harbour. We kunnen daar wat verder in de baai weg kruipen want er staat nogal wat wind. Na een mooie aan de windse zeiltocht komen we aan het einde van de middag aan. We varen Wickhams Key binnen. Een kleine doorgang die leidt naar twee jachthavens. Eentje groot en luxe. Je betaalt er al gauw $ 100,-- om een nachtje vlak naast je buurman te liggen.
![]() |
De andere jachthaven is de thuisbasis van de huurvloten van Sunsail en The Moorings. Daar liggen honderden boten. En het is er een drukte van jewelste, met het afhalen en terug brengen van de charterbakjes. Tussen de twee havens is een kleine open plek. Daar liggen een stuk of vijftien boten voor anker. Met een beetje passen en meten past de zestiende er ook nog wel tussen. We liggen er perfect en beschut. |
Op zee waait het flink, hier amper. We kunnen met de dinghy naar de dinghy steiger in de jachthaven. Van daaruit ben je in vijf minuten in het centrum. En.................... we hebben WiFi van de jachthaven!
We klussen een beetje aan de boot, lopen wat door de stad en internetten wat af. We wachten op een "weather window" naar St. Maarten. Dat is maar 80 mijl hier vandaan, maar pal in de veel te harde wind.
Na een paar dagen komt inderdaad het verwachte weather window. De wind draait naar het noordoosten en neemt een beetje af. Voor ons tijd om te vertrekken. We varen naar Virgin Gorda, het meest oostelijke eiland van de groep. We gooien het anker uit bij Saba Rock, een luxe resort met niet al te veel klanten.
![]() |
De volgende ochtend vertrekken we naar St. Maarten. De golven zijn nog wel hoog, maar ze zouden minder moeten worden. En de wind is ons iets minder gezind dan we verwacht hadden. Eigenlijk hadden we moeten omdraaien en een andere keer de oversteek wagen. Maar ja, het is nog maar 75 mijl, niet zeuren. De wind neemt inderdaad een beetje verder af, maar de golven blijven verward en vervelend. "Als we deze koers door blijven zeilen komen we ergens bij Guadaloupe uit. Maar dat is dan ook meteen een dag extra varen," klinkt het van achter de kaartentafel. "Nou, laten we dan de motor maar bij zetten en de genua weg rollen." |
Vanaf nu hobbelen we wel op een heel oncomfortabele manier door de golven.
De zon gaat mooi onder, maar ook nu zien we geen Green Flash. Misschien morgen? Het wordt ras donker. We eten een hapje en Anja gaat naar bed. Hans kan nu vooruit tot drie uur vannacht. De kaart staat op het beeldscherm. Het is druk hier. Omdat de AIS aan staat kunnen we zien welke schepen hier rond varen, welke koers ze varen en hoe hard ze gaan. Verder kun je zien of het een containerschip is, of een olietanker of bijvoorbeeld een Cruise schip. Hier maar liefst vijf Cruise schepen in de buurt, eentje zefs op maar vijf mijl afstand. |
![]() |
Hans gaat met zijn Ipodje naar buiten. De Fiddle heeft moeite om de vier knopen te halen. We gaan ongeveer even snel als een fiets. En het duurt een tijd voor een fietser zo'n 150 Km afgelegd heeft!
Harrie Jekkers, met de Lachende Piccolo. Hans heeft het weer helemaal naar zijn zin. Na een uurtje gaat hij naar binnen en stapt zo in het water. "Pompen!" Hij springt naar buiten en begint te pompen. Dit is balen! Na 200 slagen van de pomp blijft er nog steeds water binnen komen.
"Hoe kan dat nou? Gelukkig zijn er vijf Cruise schepen vlak in de buurt. Als we dan moeten zinken, dan moet dat maar hier gebeuren. De Cruise schepen vechten met elkaar om ons te redden, en we krijgen daarna een eerste klas hut aangeboden."
Nou, dat trekt natuurlijk wel, maar eerst flink door pompen. Na een paar minuten is de boot weer droog en breekt het einde van Hans zijn wacht aan.
"Anja, nu mag jij weer. Ik wil gaan slapen. Oh ja, voor ik het vergeet, je moet elk half uur pompen want we lopen langzaam vol met water." "Wat?" De wind neemt steeds verder af en de bewegingen van de boot worden steeds rustiger. Hans slaapt als een jong hondje en Anja pompt trouw elk half uur maar er komt geen druppel water meer binnen! |
![]() |
De dag breekt weer aan en achter een grijze wolkbreuk zien we St. Maarten liggen. Hans komt zijn bed uit. "Dit ziet er anders uit dan vijf jaar geleden!" Na een uurtje lopen we Marigot Bay binnen, de zon gaat schijnen en alles ziet er weer vriendelijk uit. En geen druppel water meer binnen gekomen. "Snap er de ballen niet van."