easypagelogo

05 augustus 2006.

Vanmorgen om 9 uur vertrokken uit Isla Margarita naar Cubagua, een eilandje 30 mijl naar het westen. Rond een uur of 1 lagen we er voor anker. Morgen vroeg 06.00 uur (Pffffffffff) gaan we weer verder, naar Tortuga, dat is 66 mijl verder, kunnen we net voor het donker aankomen. Gijs en Paula liggen 50 meter hier vandaan.

 

06 augustus 2006. 22.00 lokale tijd.

 

Vanmorgen inderdaad om 06 uur opgestaan en een half uurtje later waren we onder zeil. Grootzeil bakboord, de spiboom stond nog van gisteren aan stuurboord opgesteld.

Prachtige tocht alles blauw, brandende zon er boven, heerlijk. Wel nog een paar uurtjes de motor bij gezet want we willen voor donker op Tortuga zijn.

Net over zessen draaien we de baai in. Je moet ruim om het rif heen varen anders loop je er op. In de pilot staat ook als advies dat je dat 's-nachts beter niet kunt doen.

Dat is een paar dagen geleden wel door een catamaran geprobeerd en dat is dus fout afgelopen. Hij zat zo'n meter of 35 verkeerd. Nou heeft een cat weinig diepgang, maar als er maar 30 cm water op het rif staat.......... We hoorden zijn mayday op het ochtendnetje in Porlamar op Isla Margarita. De kustwacht was onderweg konden we nog horen.

Maar dat werkt natuurlijk niet, zo'n catamaran heeft geen kiel en is dus meteen zo lek als een mandje als je op het koraal bonkt, zeker zo'n modern sandwich exemplaar.

Bij het indraaien van de baai zien we hem liggen, al compleet leeggeroofd natuurlijk. Zeilen weg, giek er af en ga zo maar door. Wordt het niet door een visser er afgesloopt, dan wel door een "collega" jachtschipper.

We liggen nu in mooi blauw water van bijna 4 meter diep. De boot wiegt zachtjes op de deining en de (alweer) bijna volle maan schijnt fel op de spierwitte stranden rondom ons heen. We liggen niet alleen, naast de Sortilege liggen er nog een stuk of twintig andere boten. Als je zo buiten leeft op een boot valt het op hoe vaak het bijna volle maan is! Of gaat de tijd zo snel??

 

07 augustus 2006.

 

Wat kan wakker worden toch heerlijk zijn! Hans komt zijn bedje uit en opent het hek van de kajuitingang. Kijkt zo eens in het rond. "Anja kom kijken, het is zo mooi hier." Alweer een stralend blauwe hemel, nog blauwer water en verblindend witte stranden.

We nemen een bakje koffie en genieten van het uitzicht.

"Een tijdje geleden," zegt Hans, "ik zat toen nog op de lagere school, in de derde klas. Met Sinterklaas een doos kleurpotloden gekregen. En niet zo maar een doos, nee een echte Caran-D'Ache. (Weet niet of ik de naam goed schrijf.)

Ik zat toen op kostschool en bijna de helft van de klas had zo'n doos. Had je dat niet, hoorde je er niet bij.

Eens in de week hadden we vrij tekenen. En wat tekende ik? De zee, het strand en altijd een bootje erbij. Nou had ik al vaak de zee gezien, in die tijd hadden mijn oma en opa een huisje bij Zoutelande. Keek je zo op de Westerschelde, mooi bruin water. Maar mijn zee was altijd veel mooier. In die kleurdoos zat een potlood, zeegroen noemde ik dat. Lekker aan de punt likken en dan dik kalken. Prachtige zeeen waren dat, terwijl ik ze nog nooit zo gezien had. En nu lig ik op zo'n zee! Exact dezelfde kleuren!!"

 

"Zullen we naar de kant zwemmen en dan een stuk over het strand lopen?" oppert Anja. We pakken onze zwemvliezen, bril en snorkel, doen een zonnebril in een kokertje en zwemmen aan. Best ver nog, we liggen zo'n 800 meter van het strand af. Overal om ons heen zwemmen de mooiste visjes. We lopen een kilometertje over het strand en zwemmen daarna weer naar de boot. "Bij Paula & Gijs een koffietje halen? We komen er toch langs."

 

Vanmiddag toch nog even met de dinghy naar die catamaran die het rif opgevaren is. "Dit is wel heel triest hoor, de eigenaar zit er nog op zijn spullen te bewaken." We zwaaien naar hem, hij zwaait niet terug, gaat treurig voor op de preekstoel zitten. Is het wel de eigenaar? Kan ook een strandjutter zijn die zich voor doet als....

 

 De golven spoelen achter in de kuip, zo via zijn schuifpui naar binnen. "Kom we gaan weer," zegt Hans, "Hier kan ik niet tegen."

Toen wij hier binnen voeren hebben we ook zitten klungelen. Volgens Anja, binnen bij de kaart, moesten we veel verder naar stuurboord. Volgens Hans, buiten aan het roer, kon dat niet want dan zouden we de kant op varen.

Nu we voor anker liggen, midden in de baai bij de drie zwarte sterretjes,, liggen we op de kaart precies op het rif, bijna naast die catamaran. Da's een afwijking van 0,62 mijl, zeg maar meer dan een kilometer. Alleen op de detailkaart. Gaan we naar de grovere schaal dan klopt het weer. Blijkbaar hebben ze bij C-Map de detailkaart verkeerd ingeplakt.

We hebben nog wat meer onderzoek gedaan, bij de Los Roques scheelt het ook een halve mijl. Da's lastig want de ingang van dat rif is niet veel groter dan een kwart mijl. Maar als je dat van tevoren weet is dat niet zo'n drama. Overigens heeft die catamaran niet met MaxSea gevaren, want dan was het hem nooit gelukt om OP het rif te varen. Hij heeft gewoon zitten suffen en is midden in de nacht naar de boten toegevaren die al voor anker lagen ACHTER het rif.

 

08 augustus 2006.

 

Alweer zo'n mooie dag!

Om half acht worden we wakker van een zwaar motorgebrom.

Probeert een schip van de Guardiacosta naast ons te ankeren. Met vier man staan ze voor op de boeg een groot anker aan een stuk touw over boord te kieperen. Dat gaat een paar keer niet zoals het moet, maar uiteindelijk liggen ze.

"Komen niet om ons te controleren," merkt Hans op. "Er komen vissers langszij met grote plastic 150 liter vaten." Vol drugs???? Nee, na verloop van tijd blijkt wat ze aan het doen zijn. De vaten worden met een slang gevuld met drinkwater.

Er is hier ook een nederzetting van de kustwacht, twee man met een rubberboot waarvan de motor telkens afslaat. Die hebben natuurlijk ook water nodig.

 

Met Paula & Gijs naar het strand gezwommen, over de "landingsbaan" (vijf meter breed zandpad) van het vliegveldje heen naar de andere kant van het eiland gelopen. Er is daar ook een mooi rif. Je mag wel zeggen dat dit de kraamkamer van de Caribische zee is. Je gaat het water in, zal tegen de 40 graden lopen, net een ligbad. Je zwemt tussen honderden, nee duizenden piepkleine visjes door. Naarmate je meer naar open zee zwemt wordt het water kouder en de vissen groter. Ruim een uur hebben we er rondgesnorkeld en dit is echt wondermooi.

 

10 augustus 2006.

 

Vandaag weer een feestdag voor de Venezuelanen? Al rond de klok van tien varen de eerste motorjachten de baai in. Wit, modern en met zo'n RVS vistoren er op van al gauw even hoog als de boot lang is. Het vaste land is maar een mijl of vijftig hiervandaan, voor deze boten krap 2 uur varen.

We liggen nog met 7 zeilboten in deze baai en al ras zijn we in de minderheid. Er worden grote partytenten op het strand opgebouwd en de muziek gaat aan. Weg is de rust in ons paradijs. Tijd dus om te vertrekken.

 

Om kwart over twaalf varen we de baai uit en hijsen het grootzeil en bomen de genua uit. Het is bijna windstil. We lopen een dikke 3 knopen, mooi, dan komen we morgenochtend niet te vroeg aan bij Los Roques. De ingang van het rif daar is maar een kwart mijl breed. We moeten de zon in de rug hebben willen we de riffen en ondiepten kunnen zien. De zon in de rug is voor ons de ochtendzon. We moeten natuurlijk zeker niet te vroeg aankomen want dan is het nog donker. En ook nog rekening houden met de ruim halve mijl die onze digitale kaarten afwijken. Je ziet wel, we hebben het maar moeilijk.

 

Na een uurtje begint de wind aan te trekken en rollen we de genua in. Fiddlesticks loopt een dikke zeven knopen en da's veel te hard, komen we vannacht om vier uur aan! Een uurtje later eerste rif in het grootzeil. Nog steeds te hard, we moeten onder de vijf knopen varen. Nog maar een rif er bij, en uiteindelijk ook nog het derde rif er in. We lopen nu 4,5 knopen bij 11 knopen wind schuin van achteren. In dit soort situaties is onze Fiddle eigenlijk veel te snel. Nog 47 mijl te gaan, delen door 4,5 = een dikke 10 uur. Het is nu kwart over tien in de nacht (lokale tijd), komen we rond een uur of 8 aan, eigenlijk nog steeds te vroeg maar we kunnen niet langzamer. Zou het weer wat harder gaan waaien? Varen we een stuk naar het zuiden, dan maken we wat extra mijlen en loopt de klok ook door.

 

Buiten is het 27 graden, binnen 28. Gisteren was het volle maan, vannacht net niet meer en er hangt een dun laagje nevel. Alles is zachtjes verlicht, heel apart. Links zie je de bliksem boven het vaste land van Venezuela, nu zo'n 45 mijl hier vandaan, een dikke 100 km dus! Maar dat zijn geen Nederlandse onweersbuitjes!

 

11 augustus 2006.

 

Om kwart voor zes wordt het licht en er komt een waterig zonnetje tevoorschijn. Hans ligt nog zijn marmottenslaapje te doen, Anja zit lekker in de kuip te genieten van de verdwijnende maan en de opkomende zon. Soort Sultana er bij, geeft energie. De windvaan heeft de hele weg gestuurd en omdat de wind vannacht van noordoost naar zuidoost is gedraaid hebben we een mooie slingerweg gevaren. Komt goed uit, komen we niet zo vroeg aan.

Het is zeven uur en Hans komt zijn kooi uit, kijkt op de kaart, kijkt buiten rond en is blijkbaar heel tevreden. Er staat veel wind en de golven zijn best wel hoog. Over een uurtje moeten we het rif van Los Roques binnen varen. "Boca de Sebastopol" heet de doorgang. Kwart mijl breed, zeg maar 400 meter.

Volgens onze pilot is het een "all weather entrance". Goed bij alle weersoorten dus. Toch maken we ons zorgen. Aan stuurboord komen donkere wolken aan drijven. Willen we tussen de riffen doorvaren hebben we zonlicht nodig en het ziet er naar uit dat er helemaal geen zon is als we door de ingang gaan.

In de verte vaart nog een zeilschip. Die heeft de hele nacht achter ons gehangen. "Als hij naar binnen kan, kunnen wij het ook," redeneren we.

Het andere schip vaart richting Boca, draait weer om en probeert het daarna nog eens. Ineens vaart ie in rustig water, zijn mast gaat niet meer heen en weer.

We zetten de motor bij, trekken het grootzeil in het midden. Met z'n derde rif er in is het oppervlak niet meer zo groot, maar hier op zee in de branding dat zeil naar beneden halen?? Daarnaast is het best wel goed om het grootzeil bij te hebben staan, mocht bij het binnen varen de motor ophouden..............

 

 

We varen het vuurtorentje voorbij. Daarna komt er nog zo'n honderd meter rotsen waar de golven over heen breken. Als het goed is komt er dan 400 meter rustig water en dan weer branding met echte brekers. Dat is dus het rif wat net onder water ligt.

 

In de verte ligt een scheepswrak, kun je zien wat het resultaat is als dit niet gaat lukken.

 

Hans houdt de brekers bij het vuurtorentje in de gaten. Een stukje verder ligt een visbootje in volkomen rustig water voor anker terwijl 10 meter verder de brekers wit schuimen. Raar!

Wat een timing, juist nu we hem zo nodig hebben laat de zon het volledig afweten. Stikdonkere wolken boven de Fiddlesticks.

"We moeten voor dat bootje indraaien," roept Anja naar achteren. "Die branding daarnaast is het rif al!" Met klamme handen geeft Hans vol bakboord roer. Hij ziet helemaal niks, zonnebril drijfnat van het buiswater. "Vertrouw maar op Anja," denkt ie, "die weet wat ze doet." Nog eenmaal een klets water in de kuip en......... we varen in vlak water!!!!

 

 

We moeten een meter of vijftig naar binnen varen totdat we bij een tweede rif uitkomen. "Vlak voor dat rif naar rechts en er dan vlak langs blijven varen," staat in de pilot geschreven, tekeningetje en foto er bij. Hans ziet helemaal geen rif, te veel bewolking. Anja staat voor op de boeg, heeft haar Polaroid op en ziet bijtijds het rif.

Een muur van hard koraal, krap 30 cm onder water. We blijven langs het rif varen en na een half uurtje laten we het anker zakken in turquoise water van 8 meter diep. De zon komt weer door, nu kun je alle kleuren pas echt zien. Je ziet ene het rif achter je, geel tussen het donker blauw, en het andere voor je, daar waar de golven donderend overheen stuiven. Dit is moooooooiiii!!!! We zijn op Islas Los Roques!!!!

 

12 augustus 2006.

 

Er komt een mailtje binnen via de Inmarsat-C. Dat moet van Paula & Gijs van de Sortilege afkomen. Zij zijn de enigen die ons nummer kennen.

"Hallo, zijn nog onderweg maar gaan veel te hard. Stroming mee en dubbel rif met fokje........." schrijven ze.

"Hebben hetzelfde probleem als wij hadden," mompelt Hans. "die komen in het donker aan en dan gaan ze zeker niet door het rif. Sortilege vaart buitenom naar het hoofdeiland, El Gran Roque." "Het is nu negen uur, dan zullen ze er zeker al zijn," is Anja's reaktie. "Zullen we ook daarheen varen?"

 

Een uurtje later gaat het anker omhoog

en zeilen we met een half uitgerolde genua tussen de riffen door.

 

De zon wil niet echt fel schijnen, sluier bewolking blijft tussen hem en ons in. Het wordt wat donkerder en er vallen zelfs een paar regendruppels.

Tegen de tijd dat El Gran Roque in zicht komt, we zijn dan al twee uurtjes verder, schijnt de zon weer volop.

 

Dit is toch wel even slikken. Het is hier duidelijk anders dan vijf mijl terug. Hans verkent de kust door de verrekijker. "Er is een vliegveldje met een hele rij mooie glimmende sport vliegtuigjes. En evenveel grote motorjachten in de omgeving voor anker! Het lijkt wel Mallorca."

Langzaam zeilen we verder totdat we ook de Sortilege zien liggen. We komen dichter bij het vliegveldje en Hans ontwaart een prachtig glimmend vliegtuig.

 

Stoer staat het toestel met zijn gepolijste aluminium romp te glimmen in de brandende zon. Mooie matzwarte radarneus en propellors."Daar is dagen op gepoetst," roept hij enthousiast.

 

"Anja, daar staat een echte oude Dakota! Dit is een beauty!" Ja, in Venezuela wonen rijke mensen. "Als je zo'n vliegtuig voor je hobby hebt en er mee naar je schip toe kunt vliegen, ja, dan ben je rijk." roept Hans.

"Ja, roept Anja, en wij varen er tussen in!! Wij maken toch wel heel leuke dingen mee................. en luid bulderend vliegt er weer een vliegtuigje over dat er voor zorgt dat Hans de rest van haar verhaal niet meer kan horen.

 

We varen naar de Sortilege, maar er is niemand aan boord. "Wat doen we, blijven we of gaan we verder?" Hans heeft duidelijk weinig zin om hier te blijven liggen. Anja vindt het eigenlijk wel leuk hier, wil wel naar de kant. We schuifelen een beetje tussen de geankerde schepen door.

 

Ankeren is moeilijk hier, de bodem loopt veel te snel af. "Als het hard gaat waaien, waaien we allemaal weg hier. Die ankers houden het dan nooit." Een eindje verder ziet de bodem er beter uit, loopt minder stijl naar de diepte. "We gaan daar liggen," opppert Hans. Anja vaart er naar toe, en Hans laat de ankerketting vieren. "Vreemd zo'n mooie plek en er ligt niet één schip?" denkt Hans nog.

 

Er is nog geen twintig meter ketting uitgelopen en er komt al een grote dinghy aan stuiven. "It is not allowed to anchor here"! klinkt het in keurig Engels. "This is the runway from the airfield!" zegt de man omhoog wijzend. "Oh shit," denkt Hans, "daarom ligt er hier niemand!" Het anker gaat weer omhoog en Anja stuurt de boot snel weg. Weer een hoop geronk in de lucht en er vliegt een vliegtuigje vlak langs de mast op weg naar de landingsbaan....... We varen een stukje terug en proberen opnieuw.

Het lukt maar Hans voelt er zich niet goed bij. De overgang is te snel. Vanmorgen hadden we nog 100 % rust, kon je de stilte horen. Nu stuiven de taxibootjes vol met Venezuelaanse toeristen om ons heen.

 

We wachten tot Paula & Gijs van de wal terug komen, drinken een biertje en vertrekken weer.

 

Op naar Cayo Pirata. daar liggen we met een stuk of vijf boten langs het witte strand, da's beter vindt Hans.

We laten de dinghy te water en varen naar het eilandje. Er staan een paar "strandhuisjes" en verder is het rustig. Overigens zijn die huisjes echt simpel en leuk, geen grote villa's. Ze hebben allemaal van die witte bollen in de tuin. Daarin vangen ze het sporadische regenwater wat hier valt op.

We lopen een uurtje op het eiland rond. De hemel verkleurt langzaam, de zonsondergang maakt weer een einde aan een fijne dag. Terug aan boord maakt Anja heerlijke spagettie!

 

14 augustus 2006.

 

Het is weer tijd voor een afscheid. Paula & Gijs vertrekken vandaag naar Bonaire. Vandaar uit gaan ze vrij snel door naar Caracao. We hebben weer een maand samen opgetrokken. Was een leuke tijd.

De Fiddlesticks blijft hier nog wat langer hangen, we zullen ze weerzien op Bonaire of Curacao.

Langzaam verdwijnt de Sortilege in het blauw.

 

Wij gaan eerst nog wat eilandjes langs, wat zwemmen en snorkelen. Naar Francisquis. Er liggen wel een paar grote motorjachten, maar er is plaats genoeg.

Hans laat het anker zakken en Anja vaart de boot langzaam achteruit. Nadat er zo'n 50 meter overboord is, vindt Hans het genoeg. Nu langzaam verder achteruit varen totdat de ketting strak staat, nog even volgas en we liggen weer als een huis. Zo hebben we dat al een paar honderd keer gedaan, nog nooit problemen mee gehad.

Alleen deze keer voelt het anders aan. In elk geval liggen we als een huis, je kon viool spelen op de ankerketting, zo strak stond ie. Bij twijfel duiken we meestal nog even in het water om te controleren of alles oke is. Maar het water is hier bijna 10 meter diep en het is al vijf uur. "Als we nu nog gaan controleren zitten we de hele avond kou te lijden," merkt Hans op. "We zijn al aardig aan de temperatuur gewend hier."

 

In de avond proberen we weer wat E-mails te verzenden. Dat gaat de laatste dagen zo langzaam dat het eigenlijk niet leuk meer is. Een dik kwartier om een A4tje te verzenden, gaat vervelend worden.

Vanavond duurt het weer zo lang dat Hans maar bij Anja buiten is gaan zitten. "Ik hoef er niet bij te blijven zitten, kijk straks wel of alles verzonden is."

 

Ineens geeft de windsnelheidsmeter 35 knopen aan i.p.v. de 18 die we hier normaal hebben. Dat kan niet, er moet iets fout zijn. "Kan best, er is nog niks kapot geweest van de week."   Ziet Hans boven Anja's hoofd vonken overspringen. ('s-Avonds is het hier donker!). Wat blijkt nou, staat het schepnet tegen de aanvoerkabel van de zendantenne. Dus i.p.v. dat ons signaal de lucht in gaat, gaat het al vonkend in het schepnet en dan rechtstreeks naar aarde. We wisten dat je een forse opdonder kan krijgen van de antenne, maar dat de vonken zouden overspringen......

 

We zetten de zender uit en vinden een ander plaatsje voor het schepnet. En nu? Nu vliegen de e-mails weer met dik 2500 bytes per minuut de boot uit!! Een A4tje is maar 4000 bytes, dus dat gaat weer soepel. In Nederland lach je met dit soort snelheden, maar wij zijn er blij mee!!!! En de windsnelheidsmeter? Die doet het ook weer normaal.

 

"Eigenlijk moeten we terug naar El Gran Roque, we moeten toch nog wat inkopen gaan doen. Eieren, wat groente en zo. We hebben nog 44.000 Bolivars, moeten we toch wat mee kunnen doen?" zegt Anja met haar handen vol papiergeld wat eigenlijk niks waard is. "Doen we," antwoordt Hans, "Er komen steeds meer van die grote motorjachten bij liggen. We hebben nu nog alleen maar WIT om ons heen!"

We starten de motor en Hans haalt de ankerketting weer op terwijl Anja langzaam vooruit vaart.

"Vreemd, we hebben 20 meter opgehaald en de ketting staat al loodrecht naar beneden. Hij zit vast!" roept Hans naar de stuurvrouw. Ze zet de motor in vrij en loopt naar voren. Hans drukt nog eens op de knop van de ankerlier. In plaats van dat de ketting omhoog komt, gaat de boeg van de Fiddlesticks naar beneden. "Die zit dus echt vast," mompelt Anja terwijl ze naar de kuip loopt. "Dat wordt duiken!"  Hans viert de ketting weer een stuk op, als die strak naar beneden staat en er komt ineens een golf, dan wil de boot omhoog. Met die strakke ketting kan dat niet, dus er moet dan wat kapot gaan. Waarschijnlijk trekken we dan de ankerlier van het dek en dat zou een echt drama zijn! 

Anja trekt haar duikspullen aan en springt in het water. We bespreken even wat ze gaat doen. "Ik ga eerst kijken wat er aan de hand is, kom dan terug naar boven en dan kunnen we zien wat we kunnen doen. Oke?"

Ze blaast haar trimvest af en verdwijnt naar de bodem.

Een minuutje later komt ze boven. "Er ligt een rotsblok van zeker een meter diameter op de bodem, vol mooi koraal trouwens. En onze ketting zit er muurvast onder getrokken! Ik krijg hem er tenminste niet onderuit als ie onder spanning staat. Als jij nou eens langzaam naar voren vaart, dan is de spanning er af en dan lukt het misschien wel." "Kijk je uit dat je niet tussen de ketting en de rots komt!" roept Hans haar nog na, maar ze is al weer verdwenen.

Zo gezegd, zo gedaan. Hans start de motor weer. Langzaam vaart hij het schip een meter of 20 naar voren.

Links ziet hij Anja's luchtbellen omhoog borrelen. "Hier blijven liggen dus en kijken of ze het voor elkaar krijgt. En zorgen dat de ketting slap blijft hangen, ze mag er niet tussen komen!" flitst het door Hans z'n hoofd. De luchtbellen worden groter en weldra komt Anja weer boven.

  "Ik heb het voor elkaar! De ketting ligt nu OP het rotsblok, jij nu de rest!" roept ze.

Op de foto de ketting onder het rotsblok. Het wordt een beetje stoffig als Anja aan het werk is. Tientallen kleine visjes komen kijken wat ze aan het doen is.

 

Een uurtje later liggen we weer bij El Gran Roque voor anker. We hoeven hier niet te controleren, we zien het anker in de bodem ingraven, zo helder is het water.

 

"Op naar de kant, boodschappen doen! Met onze bijna 15 euro in Bolivars kunnen we hier wel een deur ingooien. Camera bij ons?" We springen in de dinghy en vliegen naar de kant. Dan moet hard gaan, anders worden we drijf nat. Kleine golfjes hier met veel wind!

 

We lopen het strand op en kijken eventjes om. "Mooi ligt ze daar he? Onze Fiddlesticks!"

We lopen het dorpje in. Mooi, veel kleuren en geen wegen, alleen maar zandpaden. Het eiland is autovrij op 4 wagens na.

Ook het pleintje alleen maar zand.

En natuurlijk mag ook de duiksbasis niet bij de foto's ontbreken. Anja blijft er een zwak voor hebben. Rechts een van de twee vrachtauto's op het eiland.

De andere vrachtauto is een tankwagen. Die rijdt de hele dag tussen de "Waterfabriek" en de afnemers, de mensen en de planten dus.

Waarom in Nederland niet van die mooie frisse kleuren? Rechts de mobile verkeerstoren van het vliegveld. Waait het te hard? Inklappen!

Als er een orkaan over komt, komen er toch geen vliegtuigen!

 Rechts de visboer op het strand met zijn twee kistjes verse vis.

We doen onze inkopen. "Eerst wat tomaten." We leggen ze op de weegschaal en de winkelier slaat een bedrag op zijn telmachientje aan. "Kunnen er ook nog wel eieren bij." En weer een bedrag op het telmachientje. "En nog een komkommer en sla en pinda's," terwijl het bedrag steeds verder op loopt. Totdat het bedrag 34.000 Bolivars is. "Stoppen, kunnen we nog een biertje drinken op het strand!"

Met onze plastic zakjes gaan we naar het terras en hebben inderdaad onze twee biertjes. "Hier wel wat duurder dan op Isla Margarita." Er lopen mensen langs ons terras, ze vallen bijna over ons heen. We groeten netjes, niemand die ons een blik waard vindt, laat staan een "goede dagje".

 

"Ik heb het hier eigenlijk wel gehad," zegt Hans. "Je wordt hier volkomen genegeerd. Ze vinden dit "hun" eiland en zitten helemaal niet te wachten op dat bootjes volk uit het buitenland. Een beetje zoals vroeger de Duitsers langs de Nederlandse kust bejechend werden. Die zullen dat zeker niet leuk gevonden hebben," gaat Hans verder. "De los Roques zijn prachtig, je moet alleen hier uit het mondaine stadje weg blijven."

 

Dus varen we de volgende morgen af naar Noronsquis, een klein eilandje met zijn eigen barrier rif. Voorzichtig slingeren we ons een weg tussen de koraalkoppen door. Het anker valt. "Weer in Paradise," zegt Hans. Er ligt een toeristen catamaran vlak voor ons. Op het strand een stuk of twintig Venuzuelanen onder hun zonneparasol. "Die vertrekken straks weer hoor!" En inderdaad, tegen zonsondergang hebben we het hele eiland samen met twee andere zeiljachten. "Morgen snorkelen op het rif!"

 

22 augustus 2006.

 

"Shit wat is 't hier mooi!" "Goedemorgen, prachtig he?" "Koffie en dan naar het rif." We pakken onze spullen, T-shirt aan tegen de zonnebrand en varen naar het rif. Ankertje voorzichtig overboord zodat we geen koraal beschadigen, brilletje op en zwemvliezen aan.

 Kop onder water en dan zie je pas hoe mooi het echt is op Los Roques! Voor de eerste keer zien we bloedkoraal wat echt rood is en niet kapot.

Ja, allemaal heel erg prachtig, maar er is wat minder moois onderweg naar de Fiddlesticks.  Debby en Ernesto komen er aan, twee forse orkanen in de maak. Allemaal nog ver weg. Wat op valt is dat de weerberichten via Inmarsat steeds groter worden. Mooi weer? Nooit meer dan 3.500 bytes. Nu worden ze al dik 5.000 bytes lang. Dat wil dus zeggen dat er veel te vertellen is en dat is bij weerberichten nooit goed.

 

"Het is hier allemaal wel heel erg mooi, en misschien komen we hier wel nooit meer terug. Maar de deining wordt langzaam maar zeker steeds hoger en dan liggen we hier niet veilig achter dit rif. Morgenavond varen we naar Bonaire, mee eens?" Anja zit ook niet te wachten op avonturen in het orkaanseizoen. "Laten we dat maar doen," is haar antwoord.

 

Verder lezen?  Klik op de knop "Bonaire" links in de balk.



Created with EasyPage