![]() |
Dus............. met een vaartje van ruim zes knopen varen we ons doel tegemoet. Rond half zes wordt het hier licht. In het rode ochtendlicht zien we de Testigos al liggen. Even twijfelen we aan onze navigatie. Volgens ons kaartprogramma varen we dadelijk ten oosten van een eiland langs, maar met het oog zou je zeggen dat je aan de andere kant, het westen dus, het eiland gaat passeren. Dat is dus ineens heel spannend. |
Zouden die electronische kaarten dan toch niet deugen? Anja twijfelt. "Zullen we opsturen zodat we aan het westen passeren?" stelt ze voor. "We moeten dan wel oploeven, dus de spiboom moet er uit". "Dat redden we nooit meer, de stroom verzet ons veel te veel," antwoordt Hans. Ineens snappen we het allebei. De kaart klopt echt wel, wij zijn de dommerds. De dwarsstroom helemaal vergeten. Dat kaartprogramma vergeet dat niet, die weet dat de kop van de boot naar voren wijst maar dat we eigenlijk schuin wegvaren omdat de stroom ons naar rechts duwt.
"Goedemorgen jongelui! Zijn we al een beetje uitgeslapen?" roept Neptunis ons zachtjes toe.............. Ja, dan kijk je toch vreemd rond als je die stem hoort! Afgelegde weg 96 mijl over de bodem en maar 68 mijl door het water! Dat is pas stroom mee hebben!!! Anja wisselt voor de zoveelste keer de gastenvlaggetjes. Je weet hoe dat gaat hier aan boord? U respect voor de natie die we gaan bezoeken altijd eerst een schoon wit T-shirt aan! |
![]() |
"Kan me voorstellen dat onze lezers het niet meer kunnen volgen. Het vlaggetje rechtsonder is van Venezuela!" roept Anja vanaf het gangboord, "en geel moet boven."
Paula & Gijs van de "Sortilege" staan al te zwaaien als we aankomen. Leuk zo'n welkom en wat een feest om weer samen te zijn. We hebben nogal wat verhalen te vertellen nietwaar?
![]() |
Ons anker ligt in Tamarindo, een baaitje op Grand Testigos. Palmstrandje met een stuk of tien huisjes en een restaurantje. |
Op het strand zitten de vissers de vangst van vanmorgen schoon te maken. Goede vangst geweest zo te zien. Als de vissen zijn schoongemaakt gaan ze onder een zeil in het zout tussen het ijs. |
![]() |
Eens in de week komt een schip van het vaste land de vangst ophalen. Dan natuurlijk al lang niet meer zo vers, maar voor de visverwerkings fabrieken blijkbaar geen probleem.
![]() |
Het is een heerlijk eilandje, rust, rust, rust. Soms blaft een hond en hoor je in de verte een stem. Wat wil je, op deze eilandjes samen wonen zo'n 160 mensen! Zo zullen Adam en Eva ook geleefd hebben totdat...........? Juist, Eva in de appel beet. Nou ja, appel of geen appel, wij zijn er na dik 8.500 mijl toch maar mooi aan komen varen! |
En we willen best nog wel even blijven. Nu is Venezuela niet zo heel erg gastvrij hier. Blijkbaar willen ze het zo rustig houden want de bootjes mogen maar 48 uur hier blijven. Het is de bedoeling dat je je meteen meldt bij de douane of zeepolitie of wat voor naam ze ook mogen hebben. Er wordt een formulier voor je ingevuld waarop staat wat je allemaal aan boord hebt. Het komt er op neer dat de official alles wat op de lijst staat aanvinkt, behalve wapens, want die heeft natuurlijk niemand aan boord. Je mag je handtekening er onder zetten en dan gaan de 48 uren in. Hans had helemaal geen zin in dat gedoe. "Doen we morgen wel, of misschien wel helemaal niet," was zijn idee. Hij heeft wat moeite met "regeltjes", vandaar. "Moeten we met de dinghy naar de overkant, da's bijna een mijl!"
Tegen de avond gaan we met Paula en Gijs in de dinghy's naar het strand. Naast de paar huisjes die er staan, is er ook een restaurantje. "Erotica Te". Nu zullen er ongetwijfeld lezers rechtop gaan zitten, maar ontspan je maar weer, waarschijnlijk bedoelde de bazin "Exotica Te". Ze heet Chucha en doet echt d'r best het haar gasten naar de zin te maken.
Vanavond zijn we met Gijs en Paula de enige gasten in het restaurantje en voor een paar dollars eten we de buiken vol met heerlijke Mahi Mahi. De dinghy's liggen geduldig op het strand op ons te wachten. Ons motortje doet het niet, we worden door Gijs in het pikke donker naar onze boot gesleept.
Dinghy aan boord gehesen en even later komt de bijna volle maan achter de berg omhoog. We blijven nog een tijdje heerlijk in het felle maanlicht achter in de kuip zitten. Een windje van een knoop of vijftien waait langs je gezicht, lekker warm. Muziekje aan, koel drankje er bij. Nog andere wensen?????
14 juli 2006.
"Zullen we dan toch maar gaan inklaren?" stelt Hans voor. "Niet met de dinghy hoor, de golven zijn te hoog en er staat dik 3 knopen stroom tussen de eilanden. Als de buitenboord er mee op houdt spoelen we zo naar Panama zonder dat iemand ons ziet," antwoordt Anja. En daar heeft ze natuurlijk gelijk in. We halen het anker op en Anja vaart naar het andere eiland aan de overkant. Daar staat een wit rond betonnen gebouwtje, daar moeten we zijn.
|
De Fiddlesticks wordt inderdaad met dik drie knopen snelheid dwars weggezet. Anja vindt het allemaal maar spannend achter het roer . |
|
Een half uurtje later zakt het anker weer naar beneden en met een "onk" van de ketting liggen we stil. Een klein boeggolfje verraadt het waarom van de "onk". Ja, zo dicht bij het strand staat nog steeds een hoop stroom.
We worden verwelkomd door twee pelikanen die op de restanten van iets wat ooit een echte steiger geweest moet zijn, de wacht houden. Ze kijken ons verbaasd na. "Alweer bezoek voor de Douane?" knorren ze. Eenmaal op het strand komen we de bemanning van de Zeevonk tegen. Aardige Nederlanders die (betalende) gasten meenemen op hun tocht door de Carieb. Ze hebben net ingeklaard en zelfs nog een glas vruchtensap gekregen ook nog! |
![]() |
Dat belooft dus wat! We lopen het paadje naar boven en worden verwelkomd door een marineman die ons naar de sergeanto brengt. En inderdaad, de papieren worden door hem ingevuld en op de vraag wanneer we weer vertrekken antwoorden wij "Sunday". Alles is Oke, we hebben geen wapens, krijgen geen vruchtendrank maar we kunnen vier dagen blijven in plaats van de twee die toegestaan zijn.
We varen terug naar onze plek in de baai van Tamarindo, laten voor de zoveelste keer in deze reis ons anker zakken, stappen in de bijboot en varen naar het strand.
![]() |
Ook vandaag is er weer veel vis gevangen. Vanmorgen kwamen de visbootjes al vroeg binnen varen. Vanwege het inklaren zijn we te laat om te zien wat voor vissen ze gevangen hebben, maar veel zijn het er zeker! Vlak bij het strand worden we door grote vissekoppen nagestaard. Waar je ook kijkt, overal drijven ze rond. |
Het mooie witte strand ligt vol met vissekoppen.
|
Moeten compleet met de rest van de vis toch een dikke meter lang geweest zijn.
|
|
![]() |
Vandaag wandelen we achter Gijs aan naar de oostkant van het eiland, naar de "windkant" dus. Dit stuk eiland is een grote vuilnisbak. |
![]() |
Alle troep die in zee drijft spoelt hier aan. Lang leve de uitvinder van het plastic flesje. Die zal die zooi zeker niet bedacht hebben. Toch weet Hans nog een plaatsje te vinden wat nog schoon is. |
Gijs heeft wel een mooie tocht terug naar ons strandje in petto.
|
We klimmen langs steile hellingen naar beneden en zitten vol cactus pinnen als we aankomen. De schelpen die Paula gevonden heeft ruiken toch wat minder fris!! |
|
![]() |
En............. het beloofde paadje bleek er niet te zijn! |
|
|
![]() |
Maar als je dan weer op "ons" mooie strandje uitkomt is het toch een leuke wandeling geweest. We vertellen even bij "Erotica Te" dat we vanavond komen eten. Negen Nederlanders alweer. De "Zeevonk" is ook binnen gelopen. Een lekker pilsje gaat er ook wel in na zo'n zware tocht. Chucha start haar bootje en vaart naar een van de vissers. Even later komt ze terug met een emmer waar rode visstaarten uit omhoog steken. |
![]() |
Even gaan we er vanuit dat die vis voor vier personen bedoeld is, zou in Europa ook zo zijn. Nee hoor, we krijgen allemaal zo'n schaal! Vriendelijk kijkt de baars Hans vanaf zijn schaal aan. "Dat zo'n beest z'n ogen niet dicht doet" denkt Hans nog. Hij houdt dus helemaal niet van vis. Begint het hier al aardig te leren. Dit is al de derde dag met vis en het is heerlijk!!!!! Overigens voor zo'n schaal betaal je hier 5 US dollars, zeg maar 4 Euro. (foto Anouk a/b Zeevonk)
|
16 juli 2006.
"Het is acht uur, we moeten er uit," zegt Anja. Hans draait zich nog eens om totdat ie zich realiseert dat het vandaag "Vaardag" is. Rond half tien moeten we vertrokken zijn, anders komen we niet voor donker op Isla Margarita aan.
Het is een prachtige tocht, bijna plat voor het laken, bijna vlakke zee en een heleboel blauw en zon. We vangen zelfs weer eens een Tonijn, helaas een beetje klein. Mazzel is er meer dan tevreden mee. |
![]() |
Bij veel Nederlanders is Isla Margarita bekend als een mooi vakantie eiland. Ze vliegen er naar toe, landen, stappen in de airco bus en worden direct naar het "resort" gebracht alwaar ze een weekje in de zon kunnen liggen. Misschien nog een tochtje met de touringcar over het eiland en dan weer terug naar huis. Weer van alles te vertellen tegen de collega's op het werk. "Mooi joh, Isla Margarita!"
Mooi verhaal, maar de werkelijkheid is anders. Het is helemaal niet zo'n mooi eiland. Het tourisme loopt steeds verder terug. Hotels zitten al lang niet meer vol. Als je hier met je boot aankomt heb je wel het een en ander te verwerken.
Je laat je anker zakken in een grote baai waar al minstens 80 andere schepen liggen. Dat geeft een veilig gevoel, want Venezuela staat bekend om z'n handel in verdovende middelen en zijn hoge "misdaadgehalte". Er is een jachthaventje met motorjachten en een gezonken zeiljacht. Zeker een meter of 20 lang. Ongelukje of afrekening?? Het wordt donker en voor de zekerheid hijsen we onze dinghy nog wat hoger langs de zeereling omhoog waarna we hem vast leggen met een 12 mm ketting en idem slot. Telkens varen er "Locals" met hun bootjes door het ankerveld heen. "Zijn ze nou aan het vissen of aan het kijken wat er allemaal te halen is?" Het antwoord weten we niet. Uiteindelijk vallen we in slaap en verbaasd worden we de volgende morgen weer wakker. "Onze dinghy hangt er nog". Met deze zin opent Anja "a new day in Paradise". |
![]() |
Op kanaal 72 kunnen we om 8 uur het "netje" van de zeilers hier in de baai ontvangen. Er was vannacht een Amerikaan die problemen had. Hij is al met het krieken van de dag vertrokken, wat precies weten we dus niet.
We hebben hier "Marina Juan". Staat in de pilot aangegeven als "The place to go". Niks Marina, gewoon een lange dinghy steiger. Je bijbootje ligt hier bewaakt en dat is prettig. Alle zeilschepen liggen voor anker in de baai.
![]() |
|
We gaan dus naar "deze plaats waar je moet zijn" en in het kantoortje maken we kennis met een sympathieke kerel, Juan. Hij legt ons vriendelijk uit wat allemaal belangrijk voor ons is.
![]() |
There are a few rules here! Here they are": (We vertalen even in het Nederlands)
Geld wisselen? In de bank krijg je 2.100 Bolivars voor 1 US dollar. Op de zwarte markt krijg je er 2.400 en ik geef je 2.300. Op straat wisselen is vragen om ellende. Ze geven je een hoge koers om je lekker te maken. " Weten meteen hoeveel geld je hebt en even later zijn je zakken gerold en heb je niks meer. |
(En inderdaad, we komen een Amerikaanse Nederlander tegen die al zo'n 40 jaar onderweg is. Hem overkomt hetzelfde. Hebzucht zorgt dus ook hier voor een hoop ellende).
Betalen met je creditcard? Kan best, maar geef hem nooit uit handen en laat de achterkant NIET zien. Als ze je nummer en de code op het handtekeningveld hebben kopen ze via internet je hele bankrekening leeg! En ALTIJD na een paar dagen via internet controleren of ze je betaling niet twee of drie keer hebben afgeschreven. (dit overkwam ons ook al op Bonaire. Werd overigens netjes terug gestort door Visa)
Geld automaten? Hebben we hier ook hoor. Als er iemand verdacht bij je in de buurt blijft ga er op af en zeg: "Fuck you man! Go away!" Nooit in een lege straat pinnen, er staat altijd wel iemand in een portiekje op je te wachten!
Loop nooit naar de stad maar neem ALTIJD een taxi! Ze staan hier voor de deur. Voor 5.000 Bolivars (1,75 euro) ben je in de stad en het scheelt je een half uur lopen.
En zo gaat zijn verhaal nog een minuut of vijf door. Te veel info om allemaal tot je door te laten dringen. Maar als we de volgende dag horen dat er 2 Belgen op het strand door een paar tieners met een mes worden beroofd, als blijkt dat er toch nog mensen zijn die in eenzame straatjes geld uit de muur halen en daarna met lege handen aan boord komen......, ja, dan realiseren we ons dat we nu wel op een heel spannend plekje op onze aardbol terecht gekomen zijn.
![]() |
Dus wat doen we? We wisselen (niet te veel) geld bij Juan en nemen de taxi naar de stad. We spreken de prijs van te voren af en dat wordt inderdaad 5.000 Bolivars. Na een kwartiertje zijn we in het centrum. Onderweg probeert de chauffeur ons nog vlaggetjes van Venezuela te verkopen. "Hebben we al". "Ook goed" antwoordt hij in het Spaans. |
We stappen uit in een drukke straat. Het verkeer stuift om je heen. Als je op St. Maarten maar naar de overkant van de straat keek, stopten de auto's al. Hier zijn de zebra paden verzamelplekken om voetgangers plat te rijden. Je bent wel zot om zo over te steken. Toch is Porlamar, de stad (80.000 inwoners) waar we nu zijn, best voetganger vriendelijk. Om de 50 meter heb je hier een Zebrapad. Maar je leert hier snel. De stad ademt sfeer, leven! En een hoop herrie en lawaai natuurlijk. Constant hoor je de zware brom van de oude Amerikaanse 6 en 8 cilinders. |
![]() |
![]() |
Hans vindt het allemaal prachtig! "Als ik hier langere zou blijven kocht ik ook zo'n Chevy uit 1960," roept hij boven het lawaai uit. "De benzine kost hier maar 1 cent!!!!!!!!!" Het openbaar vervoer gaat met busjes die in Venezuela op een oud chassis van een Amerikaanse Ford of Chevrolet gebouwd worden. Er is geen dienstregeling en op de ramen staat geschilderd waar je busje naar toe rijdt. |
Aan de rand van de straten staan hoge, meestal vuile gebouwen. Veel hogere etages staan leeg. Politie is er in overvloed, dus als je je rugzak goed vast houdt is het hier in die drukte zeker wel veilig.
Op veel plaatsen staan kleine karretjes waar je je Hamburger klaar kunt laten maken. Je smult je vingers er bij op. Broodje 2 x zo groot als in Nederland, vlees natuurlijk ook. Sla er op? Uitjes er op? Augurkje er op? Gebakken eitje er op? Ketchup, mayonaise? "Ja, doe het er allemaal maar op!" En na een kwartiertje heb je beide handen vol voor 4.000 Bolivars, zeg maar 1,40 euro. (je gelooft het niet, maar in de bak boven in de foto, waar de menu's ophangen, daar ligt iemand in te slapen!!!!!) |
![]() |
We beginnen langzamerhand te begrijpen waarom er zo veel schepen in de baai liggen.
We nemen een taxi terug naar "Marina Juan" Weer zo' prachtige Chevy uit de zeventiger jaren, zo eentje waar je drie keer op de rem moet trappen wil je stoppen. Wie zei ook weer dat het varen over de Oceanen gevaarlijk is? We stappen uit bij "onze Marina", betalen de afgesproken 5.000 Bolivars en lopen Juan tegen het lijf. "Mogenochtend voor negen uur je scheepspapieren, uitklaring vorige haven en paspoorten afgeven. Dan kunnen we de inklaring verzorgen."
We lopen de dinghy steiger af, stoppen 2.000 Bolivars in de fooienpot en varen terug naar de Fiddlesticks. "Dat gaat problemen geven" zegt Hans. "We hebben helemaal niet uitgeklaard in Grenada. Hebben we ook geen uitklaringspapieren om in te leveren." "Dan geef je gewoon de inklaringspapieren uit Grenada, weten zij veel? Lijkt allemaal op elkaar" antwoordt Anja.
Na weer zo'n spannende nacht waarin niks met ons is gebeurd worden we wakker in een zonnige baai op Isla Margarita. We pakken onze papieren bij elkaar en brengen ze naar Juan. "Vanmiddag om 5 uur zijn ze weer terug," belooft hij. En inderdaad, we krijgen onze scheepspapieren en onze gestempelde paspoorten terug. We hebben een visum voor 90 dagen. "Morgenmiddag roep ik je op de marifoon op, dan gaan we naar de Port Captain. Daar moet je een handtekening zetten onder je cruise permit."
De volgende dag en de daaropvolgende dagen worden we helemaal niet opgeroepen. We zijn hardstikke strafbaar want we mogen hier niet met een boot zijn zonder cruising permit. En we zijn niet de enigen. Er willen ook schepen vertrekken naar Bonaire omdat daar vrienden of familie overkomt. En dan moet je hier uitklaren, maar dat kan niet als je geen cruising permit hebt. En zonder uitklaren naar Bonaire varen? Da's vragen om problemen, in dit gebied worden hele scheepsladingen drugs gesmokkeld, vaak ook met zeiljachten. Leg maar eens uit waar je geweest bent.
22 juli 2006.
Juan is het meer dan zat en roept ons allemaal op tijdens het ochtend netje. Of de 22 schippers die nog geen cruising permit hebben om half tien op zijn kantoor willen komen. En om half 10 zijn er 20 schippers op het kantor aanwezig. Henk van de "Zeevonk" en Gijs van de "Sortilege" hebben wat fysieke startproblemen en komen na een minuut of wat ook aansjouwen.
Een korte uitleg van Juan volgt. "Er zijn tussen u schippers die al een week wachten op hun permit. Jullie zijn allemaal strafbaar zonder die permit. Waarom de permits niet afkomen weet ik niet, daarvoor wordt geen reden afgegeven. Wel weten we dat de Port Captain liever heeft dat jullie allemaal naar Martinique of Trinidad gaan. Ik heb al uitgelegd dat er veel gezinnen zijn die leven van het geld dat de cruisers hier uitgeven, maar dat interesseert hem niets. Hij zelf heeft immers geld genoeg. Er staan 5 taxi's klaar om met ons allen naar het kantoor van de Port Captain toe te gaan. En we blijven daar totdat de papieren er zijn. De taxi's betaal ik."
![]() |
Zo gezegd, zo gedaan. Er staan 5 oude barrels op ons te wachten. Gijs, Henk, nog een Fransman en Hans stappen in een donker groen exemplaar. Met Airco! En een uilaat die in de kofferbak ophoudt. Da's pas herrie. Met onze 22 collega's lopen we het gebouw binnen. Uiteraard mogen we niet verder dan de balie, maar uiteindelijk werkt 't. Tegen een uur of half 3 heeft iedereen zijn begeerde papiertje! We mogen 180 dagen rond blijven toeren in de Venezuelaanse wateren. Zie je wel dat we welkom zijn!! En wat nou zo leuk is, gedateerd op 17 juli, de dag dat ze al klaar lagen! Vandaag is het de 22ste. |
Elke ochtend horen we een puffend geluid. Zo'n een cilindertje met een kapotte uitlaat. Het is een houten bootje van een meter of 8 lang, vol jerrycan's met dieselolie. Het is ons varend pompstation. Vandaag zijn wij aan de beurt. We hebben gisteren al besteld. "How many liters do you want?" "About 500" antwoordt Hans. "How much is a liter," vraagt Hans. "200 Bolivars." "Oke, see you tomorrow morning, at what time?" "About eleven," is het antwoord. "Da's ruim 11 liter voor een Dollar, 7 eurocenten per liter!" roept Hans enthousiast naar Anja.
23 juli 2006.
Het is amper negen uur en Hans wordt wakker van het puffende eencilindertje. "Komt ie er nou al aan?" vraagt ie. Anja loopt al door het schip. "Ja hoor, wij zijn aan de beurt." Hans heeft een hekel aan dat rennen 's-morgens vroeg. Als ie buiten komt ligt het tankbootje al langszij en staat een van de bemanningsleden met een big smile en de slang in zijn hand op ons gangboord. De dop er af, ontuchtingskranen open en vullen maar. De stuurman van het bootje hoeft niks te doen voor het overpompen van de diesel. Die houdt zich ondertussen bezig met het broodnodige hooswerk. Met een plastic kannetje schept hij het lekwater uit de zijn bilge.
![]() |
|
Een half uurtje later zitten onze tanks weer vol en zijn die van hen ver leeg. "How many liters did we get," vraagt Hans. De pompman op de rechter foto kijkt in zijn kannen, telt op zijn vingers en zegt dan "Four hundred. So you pay me 8.000 Bolivars." We passen het geld af en met een glimlach en "Adios" varen ze weer af. En natuurlijk zijn ze er blij mee. Ze varen naar de pomp in de vissershaven waar ze tanken voor 1 cent per liter. Dan varen ze naar de Gringo bootjes in de baai. Daar verkopen ze hun diesel voor 7 cent. Dat is toch een leuke winstmarge! Het is deze mannen van harte gegund! En die plek dieselolie op ons teak dek? Ach, een beetje afwasmiddel en de zon doet de rest.
En langzaam loopt de kalender verder en vandaag is het alweer
28 juli 2006. (of is het nou de 29ste?)
Het leven in de baai begint al aardig te wennen. Er liggen nu al 107 boten in de baai. Op het "Bootnetje van Porlamar Bay" wordt opgemerkt dat er vannacht weer 7 dinghy's NIET omhoog gehesen waren. "Hoist it and lock it, or you will lose it" is het devies hier. Er zijn mensen die 's-avonds zo dronken aan boord komen dat ze de volgende morgen niet meer weten waar ze zijn. (Rum-Cola voor 60 euro-centen) Die hijsen hun bootje dus niet meer op. Om die mensen nu te waarschuwen op het ochtendnetje om vijf over acht?
Van die 107 boten in de baai zijn er drie van ons type, de First 42, allemaal zelfde bouwjaar. Niet dat we er aanspraak door hebben hoor. Die schippers herkennen onze boot niet eens als een zusterschip. De boten zelf wel, 's-avonds hoor je het geroezemoes............................ Nog een paar Hallberg Rassy's, een paar Ovni's en voor de rest niet zo veel standaard werk.
Gisteren hebben we van de Zeevonk een paar toeristengidsjes over Venezuela geleend. Daarin staat dus dat ons eiland, Isla Margarita dus, het MINST de moeite waard is van heel Venuzuela! Wat doen we hier in Godsnaam??????? Om te controleren of die reisgids gelijk heeft boeken we met Paula & Gijs een "Private tour on the Island".
Niks niet met grote touringcars, gewoon met een taxi met een "Local" achter het stuur. Die weten het immers het beste, toch? (Hans had in het begin het idee dat onze chauffeur ook niet wist wat ie moest laten zien). |
![]() |
Om klokslag negen uur staat onze pastel rode Chevrolet Nova uit 1975, compleet met deuken, kale banden en lekke uitlaat op ons te wachten. Gijs en hond Merak mogen voorin. Hans tussen de beide dames op de achterbank.
![]() |
Ramen dicht, de airco staat aan! En inderdaad, in het dashbord zit een gat waar koude lucht uit komt. De motor moet een beetje op toeren gereden worden, anders wordt de airco warm in plaats van koud. Dus, met een voor ons veel te hoge snelheid stuiven we over het eiland heen en zien dus eigenlijk niks. Nou valt het ook niet mee om uit deze auto wat te zien als je in het midden op de achterbank zit. De ramen zijn geblindeerd met folie en de rest zit vol stickers. |
De weg, welke lijkt op een mooie asfalt/beton weg, verrast je telkens met allerei mooie grote diepe gaten en scheuren. Gelukkig kent onze chauffeur ze allemaal. |
![]() |
![]() |
We stoppen even om plaatjes te schieten van de dure buurt links en maken meteen een plaatje van de daken van de normale huizen. Warm daaronder! |
![]() |
![]() |
De oude hoofdstad van het eiland vanwaar (nu komt een stukje geschiedenis) Simon Bolivar eind vorige eeuw de revolutie tegen Spanje is begonnen. Van hieruit is hij met zijn aanhangers naar het vaste land getrokken om de spanjaarden te verdrijven. Dat is hem uiteindelijk ook gelukt. Meer dan honderd jaar later wordt hij nog steeds hoog geeerd. Het geld is naar hem genoemd, de Bolivars. Venezuela ook, want eigenlijk heet het "de Bolivaarse republiek van Venezuela". Elk plein heet "plaza Bolivar" en de meeste wegen "Avenida Bolivar". En ga zo maar door. Na meer dan 100 jaar vieren ze hier nog steeds zijn geboortedag, zijn sterfdag en komende maandag wordt er gevierd dat er 7 spanjaarden gedood zijn. "Voor elke gedode patriot zullen we zeven Spanjaarden doden" was zijn leuze. Je snapt wel dat de Spanjaarden eieren voor hun geld kozen en rap vertrokken. De slavernij was immers afgeschaft en olie hadden ze nog niet gevonden in Venezuela. Het meeste goud was al uit de rivieren gezeefd, dus waarom langer blijven? Overigens een heel mooi standbeeld van Simon hier op het pleintje. |
![]() |
Maar de tophit van de dag?????? Een Chevrolet Bel-Air uit midden jaren 50!
|
|
Kwam statig langzaam aanrijden. Een man van een eind in de zeventig stapt uit een loopt naar het pleintje, kunnen wij even goed kijken. Er zitten natuurlijk wel wat plekjes op, maar hier rijden geen auto's zonder plekjes en deuken.
![]() |
"Hoe is 't mogelijk dat zo'n auto nog steeds gebruikt kan worden, dat het nog rijdt," vraagt Hans zich af. "Kijk eens op het dashboard en de voorruit," antwoord Anja. "Een heilige Maria op de voorruit, drie op het dashboard, snap je het nou?" "Ja, vergeet het petje niet!" |
Onze "Moderne Chevy Nova uit 1975" vervolgt het laatste stukje van zijn reis. Een half uurtje later zijn we weer bij Marina Juan. Mooi op tijd voor het "Happy Hour" in een nieuw strandtentje. Van 5 tot 7 is het weer pret. Vandaag de opening, en vanaf nu elke dag wat eerder open, wat later dicht en over een week of zo ook Hamburgers! Dat moet een succes worden, alles ziet er netjes uit, ze maken er wel wat van.
Net op het terrasje een stoeltje gepakt, komen de mensen van de Zeevonk ook aanlopen. "Biertje?" Zitten we gezellig aan het tweede flesje (in de Carieb krijg je geen glazen) barst er een bui los. Hadden we op gerekend, de waterkan stond al onder ons regenzeiltje. Komt ook een berg wind uit, de kleedjes waaien weg. "Henk, wat gaat jullie schip ineens hard achteruit joh, dat klopt toch niet? Alle andere schepen blijven stil liggen." Met een glimlach kijkt ie achterom naar de Zeevonk. "Verdomme, hij gaat van z'n anker!" roept Henk en rent weg. "Hulp nodig?" "Nee hoor, dat red ik wel." In een regenbui met zicht van een meter of 50 stuift hij met z'n dinghy naar de catamaran. Hans wacht even de bui af en na een paar minuutjes vaart hij ook af naar de Zeevonk. "Met z'n tweeen doe je meer, en ik kan meteen een andere kan onder het regen zeiltje zetten." De volgende bui barst los en na een paar minuten ligt de Zeevonk weer lekker achter zijn anker en zijn Henk en Hans drijfnat. Schone kleren aan en we kunnen verder met ons biertje.
"Hans, dit is Rudie, die wil zijn schip verkopen. Hij komt uit Oostenrijk," wijst Gijs aan. Rudie gaat een heel gesprek met Hans aan, mooi schip, niet duur, nieuwe elektronica, ja van staal, heel sterk. Ik vraag 50.000 euro, maar als morgen iemand komt met 40.000 cash is ie voor hem. "Waarom?" vraagt Hans. "Ik wil terug naar Oostenrijk, ik ben jager, geen zeiler." is het antwoord.
De volgende dag horen we de achtergrond van het verhaal. Hij was jager in Oostenrijk, kon dus goed schieten. Ging in Afrika een bedrijfje opzetten voor het "Big game hunten", jagen met touristen op leeuwen en tijgers. Toen dat mislukte werd hij bodyguard van een Afrikaans regeringsleider waarvan we hier de naam niet zullen noemen. Toen hij tot ontdekking kwam dat zijn baas het allemaal niet zo zuiver met politiek en mensenlevens nam, is hij vertrokken en met zijn vrouw naar Grenada gegaan voor een welverdiende vakantie. Daar ziet ie een schip te koop liggen en dat leven op een boot lijkt hem wel wat. Leuk, zo tussen al die andere wereldreizigers. Hij koopt het schip en na een paar weken wil ie vertrekken. Dat lukt niet want het anker zit al een jaar of wat in de bodem van de baai. Na een paar uur ploeteren komt het anker omhoog, maar het is ondertussen donker.
Geen zinnig mens die dan nog vertrekt, maar hij wel, vaart de baai uit, zo op het rif omhoog, wordt er vanaf gesleept en na een paar dagen probeert hij het nog eens. Op naar Les Testigos, krap 90 mijl en stroom mee. Een makkie dus. Na een paar uur roepen zijn vrienden hem op via de radio. "Rudie, ben je nu echt vertrokken? Heb je niet naar het weerbericht geluisterd? Er komt zware storm!!!!"
Oeps, dat gaat dus niet goed. Hij zet zijn motor bij om voor de storm op Les Testigos aan te komen. In het zicht van de eilanden, de boot is nu al zo vaak door elkaar geschud, stopt de motor er mee. Vuil in de brandstoffilters. Hij zendt een Mayday uit voor hulp, en gelukkig, een paar vissers horen zijn oproep. Hij doet z'n papieren, geld en andere belangrijke dingen in een plastic zak en geeft die aan de vissers die inmiddels bij hem zijn. Ze vangen zijn spullen op en varen af, hem en zijn vrouw volledig verbijsterd achterlatend. In de verte komt de coastguard aanvaren en die sleept hen naar de baai van Tamarindo, alwaar ze van de schrik bij komen. Andere cruisers helpen met zijn brandstofprobleem en een paar dagen later vertrekt hij vol goede moed naar Isla Margarita. "Da's maar een dagtochtje, het is mooi weer, wat kan er nou fout gaan, niks toch!" houdt hij zijn vrouw voor.
Maar zoals zo vaak op dit stuk, staat er maar heel weinig wind. En het zware stalen schip heeft echt wel wind nodig om voortgang te maken. Dus de motor moet aan en er staat nog een hoop deining en er zit nog steeds een hoop troep in de tank................................
Ja, de filters zitten in mum van tijd weer vol en de motor houdt het voor gezien. Na een nieuwe "Mayday" wordt hij door de kustwacht de baai van Porlamar, zeg maar onze baai, binnen gesleept. Ze gooien zijn anker voor hem uit en ze kunnen samen uitrusten.
Na een weekje voor anker wordt ie 's-nachts wakker. Er zijn twee kerels op het voordek de dinghy aan het stelen. Hij pakt zijn geweer, schiet vlak over de hoofden van de ongenode gasten, welke met een plons in het water verdwijnen. "Laten we maar weer gaan slapen," zegt ie tegen zijn vrouw, "die komen niet meer terug."
Een paar dagen later klimmen er twee via zijn zwemtrap aan boord. Weer het geweer en weer zijn ze verdwenen. "Ik kan hier niet meer tegen, ik ga terug naar Oostenrijk," meldt zijn vrouw. Sindsdien zit ie alleen aan boord.
Alleen op zo'n boot is ook niks, verkopen dat ding! "Foto's heb ik nodig voor de advertentie," waarop hij de stad in gaat om een mooie digitale camera te kopen. Hij loopt naar het strand en maakt de foto's, krijgt een klap op z'n kop en valt om. Als ie bij komt is de nieuwe camera weg en heeft ie nog steeds geen foto's. Sindsdien heeft hij een hond.
03 augustus 2006.
Het wordt tijd dat we weer verder gaan. Hans wil graag naar Bonaire, maar tussen dat eiland en hier liggen nog een paar wondermooie paradijsjes.
![]() |
Tortuga bijvoorbeeld en wat dacht je van Los Roques en Los Avis. Daarbij komt dat Bonaire duur is, en er op de eilandjes er tussen bijna niks te koop is. Boodschappen doen dus!!!!!!!!!!!!!!! |
Juan heeft het goed voor zijn gasten geregeld. Drie keer in de week staat er om half 10 een busje klaar wat je naar een van de grote supermarkten brengt. Je krijgt een kaartje met nummer om je nek. Dat maakt dat je wat sneller door de kassa bent. Anders moet je bij elke betaling je paspoort laten zien. |
![]() |
In de supermarkt worden al je spullen in dozen gepakt welke met een koel vrachtwagentje naar onze steiger gebracht wordt. Daar staat de bewaker klaar met zijn steekwagentje welke alle dozen naar je dinghy brengt. En daarna????? Dan moet je het zelf doen. Het busje is gratis, wordt door de supermarkt betaald. Voor het inpakken geef je een fooi.
De supers hier zijn net als de AH in Nederland, maar dan een keer of wat groter. Bijna alles is goedkoper dan bij de AH. Bier, 21 cent per blikje, dat worden er dus 240. Op Bonaire en Curacau minimaal een euro/blik. Melk is duur, 1 euro per pak.
![]() |
Toch maar 20 meenemen, zonder melk zijn we geen Mans. Nog een hoop andere dingen, 35 pakken koffie bijvoorbeeld, nog geen euro per stuk. Uiteindelijk staan we met drie karretjes vol bij de kassa en staan we met tien dozen op de steiger. "Waar laten we het?????" Weer hetzelfde ritueel....... dozen weg, wikkels van de blikken, in het chloor, drogen wegzetten. Nee, we hebben nog steeds geen kakkerlakken op de Fiddlesticks! |
Afkloppen dus en met een klap op de kaartentafel, die is van hout, maken we een einde aan dit verhaal. Op naar de grootste frustratie. Je website op het web plaatsen in een apenland! Als je dit kunt lezen????? Dan is het alweer gelukt!