Terug naar de home page


Met onze Doos naar Zuid-Oost Azie. Iran, Mongolie, China, Laos, Cambodia, Thailand, Maleisie...........
19 april 2016.

Zat ik zo even te chatten met onze Liesbeth
, voor zover dat hier met onze trage internet gaat natuurlijk. "Ben je al aan de website begonnen, pa?" vraagt ze.
Ja, dan ben je net onderweg en moeten we weer aan de gang. Rust? Vergeet het maar. We zijn nu dik twee weken onderweg, maar echt rust hebben we nog niet gehad. Eerst haasten om de ferry in Ancona te halen en nu onderweg naar Iran waar we op 8 mei binnen mogen rijden.
Het is heel mooi weer, een graad of 25 in de schaduw. We lopen weer heerlijk door de stad en naar de blauwe Moskee. Op het plein daarvoor is een paar maanden geleden een aanslag gepleegd op een groep toeristen. Je weet wel, buitenlanders die achter een gids aan lopen die zijn vlaggetje omhoog houdt. Dan verdwalen ze niet.
Toeristen zijn er nog zat, veelal Turken. De buitenlanders zie je bijna niet meer. En al helemaal geen gidsen met een vlaggetje op een stok. Er loopt geen mens meer met zo'n groep mee.

In Nederland zouden er honderden bosjes bloemen op de plek van de aanslag liggen, net als in Parijs of Brussel. Hier zie je helemaal niets. Geen bloemetje, geen gedenkbordje, helemaal niets. Bij de obelisk, waar die idioot zichzelf op blies in het groepje Duitse toeristen, is de bestrating opnieuw gelegd. Alsof er niets gebeurd zou zijn. Hier zijn mensenlevens duidelijk minder waard dan in het Westen.
Maar gelukkig is ons bakkertje er nog. Ook vier jaar ouder geworden maar zijn brood is nog net zo lekker en vers.

Onze tweede dag in Istanbul is een waardevolle. Anja laat onze nieuwe wasmachine van de Mediamarkt voor het eerst zijn werk doen. We zijn allebei vol lof, alles mooi schoon en zuiniger met water en stroom dan de vorige. ( Maar die kwam dan ook van de Gamma.)
En Hans? Die vult zijn dag met het monteren van een van de belangrijkste accessoires welke je nodig hebt als je met je auto naar Zuid-Oost Azië rijdt. Een setje luchthoorns. Met 125 decibel blazen we straks elke zot voor onze Doos vandaan! Kunnen ze niet zeggen dat ze ons niet gehoord hebben.

We zijn vanmorgen uit Istanbul aangereden en hebben weer een dikke twee honderd kilometer achter de rug. Het is bloedje heet in de auto. Ons gaspedaal blijft hangen als we van de berg af rijden. Dat voelt vreemd aan. In plaats van langzamer gaan we steeds harder naar beneden. Uiteindelijk vol in de rem een parking opgereden. En daar staan we nu. Het gas blijft niet meer hangen, da's gemaakt. Maar verder rijden? Morgen is er weer een dag.


20 april 2016.

Junkies, dat zijn we. Verslaafd aan de Westerse wereld. Aan internet. Nooit geweten dat dat zo belangrijk zou zijn. We hebben er nooit zo'n behoefte aan gehad, maar de laatste jaren is dat veranderd. In Nederland hadden we net als iedereen internet, overal waar we waren. En we gebruikten het niet eens zo vaak. Maar wanneer we het dachten nodig te hebben was het er. Een beetje zoals vroeger toen we allebei nog kettingroker waren. Als we maar sigaretten bij ons hadden, dan was alles goed. En nu rijden we rond in Turkije waar internet helemaal niet voor het op rapen ligt. Telkens als we bij een pompstation aan komen is de eerste beweging naar de iPad. "Is er WiFi Anja?" vraagt Hans dan. "Nee Hans, misschien bij de volgende pomp?" Het is een beetje als vroeger, het zoeken naar de laatste peuk. Net zo frustrerend als toen je ontdekte dat die er niet meer was.

Ja, het is afkicken en het wordt nog veel erger. In Georgië en Armenië nog minder internet om daarna in Iran en Turkmenistan helemaal in een internetloos gat te vallen. Daar kun je je Gmail en Livemail zelfs niet meer gebruiken lazen we zoeven in een SMSje uit Iran.
Afkicken van internet. "Zou je daar dik van worden, net als van stoppen met roken?"

21 april 2016.

Gisteren reden we in de stralende zon, de thermometer over de 30 graden. Vanmorgen natte sneeuw en 7 graden. We rijden nu langs de Zwarte Zee. Een heerlijke 4 of 6 baans weg. We slapen bij pompstations, als ze WiFi hebben, anders rijden we door. Samsun zijn we al voorbij, morgen door naar Trabzon en dan zijn we bij de grens van Georgië. En dan is het afgelopen met die mooie Turkse 4 en 6 baans wegen.

23 april 2016.
Istanbul was weer erg leuk. En nog steeds een ontstellend grote stad. Het duurt echt uren voordat je in het oude centrum bent. We rijden weer naar ons parkeer plaatsje van jaren geleden. Het is er nog steeds, maar het mooie park aan de boulevard is afgesloten en ons terreintje is een heel stuk kleiner geworden. De Turken laten er geen gras over groeien. Naast de vele tientallen pontjes die heen en weer  varen en de dikke bruggen die al gebouwd zijn is er nu begonnen aan een tunnel onder de Bosporus door. Weer een hele uitdaging. Vooruitgang dus, maar wel ten koste van dat mooie stuk boulevard waar de bevolking 's-avonds romantisch met een kopje thee naar de zonsondergang stond te kijken.    
(Die camper met de schotel op het dak is NIET de onze, wij staan er bescheiden naast!)
We zitten al in het uiterste Oosten van Turkije. De 4 baansweg is vervangen door een hobbelig 2 baans weggetje. En we moeten omhoog, 2400 meter, zelfs nog een beetje meer. In Zuid-Amerika, in het Andes gebergte hebben we passen hoger dan 5000 meter gereden. "Ervaring genoeg," zou je zeggen.

En toch maakt Hans zich zorgen. "Komt door de sneeuw die we zeker tegen gaan komen. Onze Doos doet het goed in de sneeuw, maar ik niet! Dat is juist het probleem. Zie je, daar staan de eerste borden al met de sneeuwketting er op. En die hebben we niet eens bij ons............."
Anja glimlacht. "Als je je zorgen maakt over de dingen die je vreest kunnen we misschien beter omdraaien. Er komen in deze reis nog honderden dingen om je zorgen over te maken."
Vol goede moed gaan we op weg. "Valt allemaal wel mee." denkt Hans. "Nou, hellingen van 10% zijn best wel steil. Maar goed dat er geen sneeuw ligt," mijmert Anja.

We slapen bij Ardahan op 1800 meter hoogte. "Dat wordt fris vannacht," mompelt Hans. "Zie je nou wel dat het allemaal best mee viel, jij met je spannende pas," merkt Anja droogjes op. "Ja, dit viel allemaal wel mee, maar mijn vrees was voor het pasje wat we morgen moeten rijden," antwoordt Hans.     Ja, bang zijn voor de dingen die je vreest...................................

24 april 2016.

Uiteraard viel ook deze 2450 meter hoogte mee. Een ontzettende mooie tocht.
Rond het middaguur komen we bij de grens. Turkgazu. In een kwartier zijn we Turkije uit en nog een kwartier en we zijn Georgië binnen. "Dat ging lekker vlot joh," roept Hans, "er zijn overlanders die hier hun hele auto moeten leeg laden!" "Daar komen we goed van af," valt Anja bij. "Ach, met mijn glimlach en vlotte babbel is het allemaal zo gepiept," zegt Hans trots. "Oh ja? En vorig jaar in Rusland? Weet je nog? 's-Morgens om 8 uur bij de grens en 's-avonds om half negen af mogen rijden?" "Ja, dat klopt. Maar dat was niet mijn schuld, dat kwam omdat we met een groep van 8 campers tegelijk bij de grens stonden. Dan helpt mijn glimlach ook niet meer."

Ja, vorig jaar zijn we een paar maanden in Rusland geweest. Nou trok en trekt Rusland ons helemaal niet, maar het leek ons wel leuk om te kijken hoe het ons zou bevallen om in een groep te reizen. Uiteindelijk gaan we over een paar maanden ook in een groep van vier auto's 49 dagen door China trekken.
Het eerste deel van de reis was heel leuk en gezellig. Goed georganiseerd met leuke uitstapjes. Fijne groep met aardige mensen. Rusland was inderdaad Rusland zoals we dat verwacht hadden, daar zullen we nooit enthousiast over worden.

Het tweede deel van de reis was anders dan we verwacht hadden. Drie auto's hadden inmiddels afgehaakt en er kwam een andere reisleider. Een sympathieke man, maar met een hoofd vol problemen waar wij eigenlijk geen deel van wilden zijn. Het viel allemaal een beetje tegen en uiteindelijk zijn we met een wrange bijsmaak voortijdig opgestapt. Dus daarover ook geen verhaal op deze website, we willen het gezellig houden nietwaar?

"Maar wat was onze indruk van Rusland?" Het trieste leven van de mensen daar heeft een enorme indruk op ons achter gelaten. In die twee maanden dat we er geweest zijn hebben we zegge en schrijve twee keer iemand zien glimlachen. Nou ja, in zo'n land met alleen maar een geschiedenis waar je niet echt trots op kunt zijn en een vage toekomst in armoede, loop je natuurlijk ook niet de hele dag te lachen. Maar dat het zo erg zou zijn hadden we niet verwacht. (met uitzondering van st. Petersburg en Moskou.)

We rijden nog een kilometer of 40 door naar een plekje bij een rivier waar twee jaar geleden ook Nederlanders geslapen hebben. Moet goed zijn. Ook wij hebben er heerlijk geslapen. De volgende morgen lopen de koeien aan onze Doos te snuffelen.

26 april 2016.

Vandaag gaan we richting Tbilisi, de hoofdstad van . Op de Georgië site van die Nederlanders die hier twee jaar geleden zijn geweest lezen we dat dit een mooie stad is. Vooral het oude deel is leuk met restaurantjes, winkeltjes en meer van dat soort fijne dingen. Helemaal iets voor ons dus!
Het is nog een eind naar de hoofdstad en we nemen even pauze bij een groot modern wegrestaurant. Free WiFi staat op een bordje. Tijd voor een kopje koffie. "Even kijken of de WiFi het echt doet Anja."
Binnen in onze Doos hebben we heerlijk snel internet. We drinken de koffie en verdwalen in de mailtjes welke we ontvangen. "Kunnen we meteen even naar de bank en het weerbericht bekijken." En voor we het weten is het al een uur of vijf. "Zullen we hier maar blijven staan?" stelt Hans voor. "Beetje laat om nu nog een vreemde stad binnen te rijden." Tot laat in de avond zitten de beide junkies achter hun beeldscherm.

De volgende morgen na de koffie en de ochtendkrant gaan we weer verder. "Deze stad is veel groter dan dat ik dacht Anja. En het verkeer is nog zotter dan ik had verwacht." Van alle kanten drukken onze medeweggebruikers hun snuit voor de onze. Even wennen dat de bestuurders hier niet meer in hun spiegel kijken, ze kijken alleen naar voor. Nou ja, ze moeten natuurlijk ook vooruit komen. Als je dat hier niet doet kom je nergens. Voor ons niet zo'n probleem, we zijn een stuk groter en hoger. Wij drukken onze snuit ook overal tussen.
We komen aan bij het parkeerterrein waar de Nederlanders ook gestaan hebben, voor een paar dagen zelfs. Helemaal vol, en dan krioelt het nog van mensen die er ook nog op willen. "Hier passen wij met onze Doos nooit tussen. Veel te druk en veel te kleine parkeervakken," moppert Hans. "Dit is nou zo'n moment dat ik stik jaloers ben op die Overlanders die met een Toyota of LandRover met klapdakje op pad zijn. Die vinden hier wel een plekje." We rijden nog een dik uur door het centrum, nou ja, we staan meer stil in de file. "Dit gaat het niet worden Anja, laten we maar ergens buiten de stad een plekje zoeken. Eigenlijk zijn we ook helemaal geen stadsmensen." We komen langs de Carrefour, in een grote Shopping Mall. "Stop hier even, dan kunnen we nog wat boodschappen doen," stelt Anja voor. Er is een moderne parkeergarage onder de Mall. Niet voor ons dus, maximale hoogte 2.00 meter. Een eind verder vinden we een plekje in een zijstraatje.

We slapen weer op een mooi plekje aan een meer. Het regent bijna de hele nacht. "Ja Anja," zegt Hans als hij uit de douche komt, "het is dan wel wat moeilijker om in de stad te parkeren, maar wij hebben een douche, en een toilet!" "Jazeker," lacht Anja, "en we hoeven 's-avonds geen bed uit te klappen en op te maken! En zo zie je maar, iedereen heeft zo zijn eigen ding." Een half uurtje later vallen we op onze lattenbodem in slaap....................................

"Ja, mocht Tbilisi een beetje tegen gevallen zijn, er is hier nog meer te beleven", denkt Hans bij het ontwaken. "Anja, al wakker? Er is hier toch zo'n weg die ooit voor het Sovjet is aangelegd zodat het leger hier snel zou kunnen zijn als dat nodig mocht zijn? Weet jij hoe die heet?" "Dat zoeken we straks op," ze draait zich om en doezelt weer in.

"When I grow older, loosing may hair, many years from now." Zingt Hans als hij de ochtend koffie zet. "Will you still be sending me a Valentine, birthday greetings, bottle of wine?" Anja draait zich verbaasd om, de lattenbodem geeft soepel mee. "If I came home at a quarter to four, would you lock the door?" Ze wrijft de slaap uit haar ogen. "Will you still need me, will you still feed me when I'm 84?" Er komt geen antwoord op de vraag.
Even later zitten we aan de koffie, ons ochtend ritueel. "De Georgian Military Highway. Dat zul je bedoelen," zegt Anja na de eerste bak. "Ja, dat bedoelde ik. Zullen we daar vandaag naar toe rijden? Best lekker weer voor een uitstapje. Alweer een pasje van 2400 meter, maar dat gaat zeker lukken."
We kopen een broodje en gaan op pad. Eerst komen we langs een oude zieltogende waterkracht centrale. "Nou, die heeft ook al 25 jaar geen stroom meer geleverd." "Ja," antwoordt Anja, "dat stuwmeer er achter staat ook al net zo lang leeg als je het mij vraagt."
Terug naar het heden. We rijden dus de grens over en Georgië binnen. Even schrikken we. Dezelfde oude Russische auto's. Dezelfde grauwe flatgebouwen, zeg maar woonkazernes. De overblijfselen van de USSR.  Maar ook al zijn het afgebladderde woonkazernes, bijna elke woning heeft in tegenstelling tot Rusland een schotel op het balkon. Hier kan men vrij naar de TV kijken ook naar buitenlandse zenders via de schotel. 
Pas in 1991 werd Georgie bij het opheffen van de Sovjet Unie een vrij land.
Maar wat nou zo leuk is? De mensen lachen, zingen. Zien er allemaal vrolijk uit met kleurtjes en zo. Jonge jongens die je met piepende banden zwaaiend voorbij rijden. En ook al zijn het oude woonkazernes, deze mensen leven hier!!!!!!! Heerlijk toch?
We komen bij een tunnel waarbij we blij zijn dat we niet een minuut eerder aangekomen zijn. "Wij hadden nooit naast deze Daf gepast, gewoon omdat die Russen geen millimeter voor ons opzij gaan.""Ja, maar ons pad, daar kunnen we ook niet over. Die bulldozer gaat ook niet opzij." We laten de Rus passeren en met een diepe ademteug rijden we gespannen de tunnel in.
Wat er als een nette, zij het smalle, tunnel uit zag eindigt als op het rechter plaatje. Compleet kapot gereden en de ijzeren bewapening steekt uit het wegdek omhoog. "Nou ja, voor het Russische leger maakte dat natuurlijk ook geen zak uit, die kwamen er wel doorheen. Zou iemand weten hoeveel politieke dissidenten hier aan het werk geweest zijn? Hoeveel duizenden doden deze weg gekost heeft? Voor de Russen van de oude tijd geen enkel probleem. Dissidenten zat, toch? Er zou een bordje bij moeten staan. Dit kunstwerk tussen de bergen van de Kaukasus heeft tig duizend dissidenten het leven gekost."

"Ja die Russen toch, het zijn me de lieverdjes wel," valt Anja in de reden. "Kijk hier maar eens naar beneden!"
Een paar honderd meter onder ons vliegt iemand met zijn oranje parachute in een spiraal door de kloof. En al rap is Hans verlost uit zijn negatieve spiraal over de Russen en hun gratis arbeidskrachten. "Ik vergeet het bijna Anja, maar het is hier wel heel erg mooi he?"
"Friendship of the Soviet Peoples." Zo heet dit monument. Gebouwd en geschilderd door een groepje kunstenaars. "Vriendschap tussen alle mensen van de Sovjet Unie." Duidelijk een kunstwerk van voor 1991, het uiteenvallen van de USSR. Je kunt ook duidelijk zien dat er sindsdien ook nooit geen onderhoud meer gepleegd is. Voor de Georgiërs duidelijk een periode in hun geschiedenis die ze liever vergeten. Ze zijn ook niet blij met hun Russische buren. Die blijven gevaarlijk. In 2008 nog vielen ze weer binnen. "Om hun mede Russen te redden van de holocaust," zo gaven ze als reden op. En sindsdien is Georgie weer een stuk kleiner geworden. "En het houdt niet op. Vers in ons geheugen toch nog zoiets? In de Oekraine, moesten daar ook niet de Russen gered worden?"

We slingeren de pas verder omhoog. Prachtig uitzicht, waar je ook maar kijkt. Veel sneeuw nog. We stoppen bij Stepantsminda, een leuk dorpje ongeveer 30 km van de Russische grens. Meteen komt er een man op ons aflopen. "Willen jullie met een Jeepje mee rijden op onze tour?" "Waarheen dan?" vraagt Hans.  "Naar de top van de bergen, meer dan 5000 meter hoog. Daar kun je een biertje drinken, of Vodka, wat je maar wilt. Het is heel mooi daar." Glimlachend wijzen we zijn aanbod af. "Daarboven is niets te zien, we zitten hier al in de wolken." antwoord Hans. "Misschien morgen dan?" vraagt de man.

We zetten de Doos een stukje verder langs het trottoir. Het is mooi geweest voor vandaag.

Maar , het is Georgië een mooi land. Vriendelijke mensen, rauwe bergen, groene heuvels en elke middag stromende regen. Kan natuurlijk ook niet anders als alles zo mooi groen is. Morgen naar Armenië!



30 april 2016. Armenië.

Rond een uur of negen worden we wakker. De Doos beweegt en we horen rare geluiden aan de linker kant. "Klimt er nu iemand op onze Doos? Wat is dat voor een raar geluid?" Hans sluipt het bed uit en kijkt door het WC raampje. "Er staat een oud vrouwtje met een stuk of tien koeien. Er zal er wel een tegen de auto staan of zo."

Na de koffie rijden we naar de grens. Paspoorten, rijbewijzen, kentekenbewijs bij de hand. Het gaat allemaal best vlot. Georgië uit is nog geen kwartiertje, Armenië in een beetje langer. We moeten daar ook meer doen.
Eerst naar de politie om de paspoorten te laten controleren en afstempelen. Dan naar een donker hokje waar vier stoelen achter een lange tafel staan. Glimlachend lopen we naar de eerste man, links aan de tafel. Hij wil ook alles zien en vult op zijn PC een formulier in. Niet helemaal duidelijk wat hij allemaal doet, we kunnen het niet lezen en ook niet verstaan. "You car, is Mercedes, Renault?" vraagt hij. Verbaasd kijkt hij als hij hoort dat het een Iveco is. Meer hoeft hij niet te weten, het gewicht staat op het kenteken en cijfers zijn hier hetzelfde als in Nederland. Het gewicht bepaalt wat wij moeten gaan betalen aan wegenbelasting, milieuheffing, roetuitstoot en meer van dat soort zinnige dingen. Anja wordt naar het bankloketje gestuurd en mag afrekenen. Bijna 40 euro armer komt ze terug. 38,-- voor de belasting met toeslagen, 4 voor onze "Agent" die de papieren heeft ingevuld. Hans mag de onleesbare papieren ondertekenen. Een bonnetje? Ho maar.

"You also need insurance," roept een andere behulpzame man. "Follow me please." We stappen in en rijden achter hem aan. Op het zelfde moment komt een uniform aan lopen die onze Doos wil controleren. Hans glimlacht. (Dat helpt echt!) De verzekering man roept dat alles in orde is en met een verbaasd gezicht laat het uniform ons aanrijden. Een paar honderd meter verder moeten we stoppen. Op een PC wordt ons verzekeringsformulier opgemaakt. Het ziet er mooi, kleurrijk en heel belangrijk uit. Totdat het uit de printer valt. Een grauw, grijs, kleurloos stuk papier wordt afgestempeld en ondertekend. Kassa! Weer 40 euro, 38 voor de verzekering en 2 provisie voor de helper. "Maar dan is het wel geldig voor maar liefst 10 dagen mijnheer!" glimlacht onze helper. We zijn er allang blij mee, er zijn zeker vijf verzekerings kantoortjes. Welke zouden we genomen hebben nadat ze een uur met controleren van de Doos bezig geweest zouden zijn? Die twee Euro maakt dat we uiteindelijk binnen een half uur alles geregeld hebben.

Tevreden rijden we verder. Het landschap is net zo groen als in Georgië, de weg alleen een stuk slechter. "Er komt een politiewagen aan rijden. Hij knippert met z'n lichten, wit rood en blauw. Nou wil dat niet zo veel zeggen, die lampen knipperen altijd hier, ook als ze een Pizza gaan halen," denkt Hans. "Het zal me niet verbazen als die agent ons wil spreken, Anja. Dat zien we zo wel als ie achter ons aan komt."
We rijden rustig door het dorpje, hooguit 40 km per uur. "Ja, kijk maar in de spiegel, daar komt ie!" roept Hans. "Nou, we hebben in elk geval niet te hard gereden, dat is zeker," antwoordt Anja.

De politieauto rijdt ons voorbij en we moeten stoppen. Hans draait zijn raam open. "Hi, my name is Jori." "My name is Hans." "Ganz?" antwoordt de agent "You vrom Amzterdam? Inzuranse, driverpaper and driver lecense pleaze?" Hans geeft hem glimlachend het gevraagde.
We krijgen de papieren weer terug, alles is "Okey!" We mogen aan rijden.  "Zo, nu weten we ook dat onze verzekeringspapieren in orde zijn, hij kan ze tenminste lezen, wij niet." De Doos gaat in z'n eerste versnelling en met een klein zwart pluimpje rijden we aan. We toeteren nog even met onze nieuwe luchthoorn en de agent zwaait ons na. "Nou, daar krijg ik nou een goed gevoel van," glimlacht Anja.

Het gaat weer regenen, "doet het hier 's-middags dus ook," denkt Hans. En dat is heel vervelend. In een mum van tijd staan alle gaten in het asfalt vol water. Nu kun je niet meer zien hoe diep die gaten zijn, dus je moet wel langzaam rijden. Met een vaartje van nog geen 40 kilometer per uur zigzaggen we er tussen door. Er zou nog een dorpje in de buurt moeten zijn met een Unesco kerkje. We kruipen tegen een steile helling omhoog, de ene haarspeldbocht na de andere. Uiteindelijk komen we boven in een klein uitgestorven dorpje. We parkeren op het pleintje en kijken door de voorruit omhoog. "Daar staat het, ziet er een beetje somber uit he?" merkt Anja op. De regen valt met bakken uit de hemel en alles ziet er echt somber uit. "Wil jij naar boven lopen om te gaan kijken?" vraagt Hans vertwijfeld. "Weer zo'n kerkje, ik heb er in het buitenland al meer gezien dan in Nederland." "Laten we maar aanrijden," antwoordt ze. "Gelukkig!" denkt Hans en met een glimlacht stuurt hij de Doos weer naar de haarspeldbochten, nu naar beneden.

We twijfelen of we in een keer naar Jerevan zullen rijden of via het Sevan Meer. Uiteindelijk komen we vandaag nergens, doodmoe stoppen we bij een gaspompstation. Ze hebben geen probleem met onze aanwezigheid.

01 mei 2016.

Na een rustige nacht is het weer tijd voor de koffie. "We zijn in elk geval niet de lucht ingevlogen. Er komen hier 's-nachts ook veel auto's tanken."
In veel landen rijden dit soort busjes van het openbaar vervoer met een dikke zwarte roetpluim, zeker als de weg op 2000 meter of hoger ligt. Hier is dat anders. Omdat het hier in de winter vriest dat het kraakt zullen de meeste diesels niet op gang komen. Dus rijden de lokale bussen en vrachtwagens op benzine motoren, die starten goed als het koud is. Maar omdat het aardgas hier uit de bodem omhoog borrelt rijdt dus bijna iedereen, Bus, Vrachtwagen, en Lada op CNG. Samen geperst aardgas. Het aardgas wordt opgeslagen in een soort duikflessen, alleen een stuk groter natuurlijk. Bij de bussen op het dak, bij vrachtauto's op het chassis onder de laadbak. Uiteraard is dit levensgevaarlijk, dik 200 Bar aardgas in zo'n fles pompen. Daarom zie je de gas tankstations apart van de normale pompstations. Dus gas buiten de bebouwde kom en een normale pomp mag wel midden in het dorp staan. Nou ja, wij hebben in elk geval heerlijk geslapen!

We rijden naar Jerevan, weer een grote stad, maar iets minder druk dan
Tbilisi. We komen langs het monument voor de Armeense Genocide. Stel je voor, anderhalf miljoen Armenen door de Turken uitgemoord. 100 jaar geleden. "Ja Hans, het zijn niet alleen de Russen, de Turken kunnen er ook wat van!" Een mooie stad maar ook hier geen leuk plekje te vinden voor onze Doos.
"Wat wil je dat we gaan doen, Anja?" "Nou, ik zou onderhand wel eens een paar dagen ergens willen staan, niet weer een dag rijden." "Zullen we dan naar dat meer rijden? Daar kunnen we wel rustig aan het water staan." "Nou Hans, dat is een goed idee van je!" Vol goede moed rijden we de stad uit voor het volgende stuk autoweg. Dik honderd kilometer, daar zijn we zo. Maar de weg zit vol met gaten, het regent bakken met water, onze Garmin laat ons weer eens de verkeerde weg op rijden. En dus komen we pas op het einde van de middag bij het meer aan. We ploegen door de klei en uiteindelijk hebben we een horizontaal plekje met uitzicht over het meer. Als we na een uurtje een stuk willen gaan lopen krijgen we onze laatse verrassing van de dag over ons heen. Muggen....................... niet een paar maar een paar duizend! En dat op bijna 2000 meter hoogte. We blijven er twee nachten staan, pure rust.

03 mei 2016.

Op iOverlander, dat is een App voor mensen die de wereld rond reizen, vindt je veel informatie over plekken waar andere Overlanders de nacht door gebracht hebben. Of dat dat ergens midden in de Bush was, of misschien ergens in een dorpje. Vaak wordt dan ook aangegeven of er WiFi, douches en toiletten zijn. Of misschien alleen maar water of helemaal niets. Vaak helemaal niets dus. Nu staat er ook een kleine camping aangegeven. Crossover Campsite and Hostel N 39.74768 E 45.31152  1000 meter boven zee. En daar zijn we vanmiddag aangekomen. Nog zo'n 250 kilometer naar de Iraanse Grens. Hier willen we een paar dagen blijven voordat we naar Iran gaan. We hebben hier water, zon, een vlakke plek om te staan en WiFi. Wat wil een mens nog meer? Nou ja, douches en toilet hebben ze hier ook op de camping, allemaal netjes schoon. Die zullen we wel niet gebruiken, die hebben we immers zelf ook aan boord.
"Plannen?" Ja dat zul je nu wel vragen. "Rustig verder door Iran en Turkmenistan. We hebben daar geen internet om de site bij te werken. Live Mail en Gmail is geblokt dus dat werkt voor ons ook niet. Facebook is al helemaal uit de lucht. Gelukkig hebben we nog SMS. Dus als je de eerste vijf weken niets van ons hoort of leest? Maak je geen zorgen,  we vertellen het allemaal wat later."

04 Mei 2016.

"Hans wat sta je nou gekke bekken te trekken voor de spiegel?" "Gekke bekken? Ik sta mijn glimlach te oefenen. We moeten wel snel en soepel de grens van Iran over! En als jij dan morgen even mijn haar zou willen knippen staat niets een snelle doorgang in de weg. Goed plan he?