Het laatste stuk van onze tocht rijden we langs hoge bergen waarvan de toppen regelmatig in de wolken verdwijnen. Hier en daar worden we over een enkele baan gestuurd, de weg is nog in volle ontwikkeling. Gaat heel mooi worden en waarschijnlijk moet het nog voor het seizoen begint klaar zijn. Er wordt hier heel hard gewerkt.
We vinden de camping die aan het begin van het stadje ligt en rijden er op. Vinden een leuke plek aan het water. Ook hier nog ruimte genoeg.

Eerst drinken we een glaasje, daarna doet Hans een dut.
"Zullen we even naar de stad lopen?" stelt hij voor als hij wakker wordt. Anja loopt graag elke dag een stuk. "Altijd zitten is ook niets!"

Beldibi heeft niet zo veel te bieden, buiten dat het een goede stopplaats is voor het stuk weg van Antalya naar Alanya.
Dit is een stuk kust vol toeristen waar iedereen in de zon op het strand ligt, en 's-avonds in de disco hangt. Costa Brava maar dan in Turkije. Dat heeft voor ons geen meerwaarde, we willen dat stuk in een dag voorbij rijden, vandaar.
Maar we zouden een stukje gaan wandelen. Daar buiten het hek van de camping wacht ons een van de grootste tegenvallers van heel deze reis.

Bijna alle winkeltjes langs de weg, en dat zijn er een paar honderd, hebben hun uithangborden in het Russisch!
En alsof dat nog niet erg genoeg is, hebben ze alles ook nog eens in Dollars geprijsd. (uiteraard het dubbele van de normale prijzen!)

Goed, het stikt hier 's-zomers dus van de Russen en natuurlijk hebben die Turken gelijk. Vroeger was alles langs de Nederlandse kust toch ook in het Duits en in D marken geprijsd?

Het is dat de Euro gekomen is, dan valt het niet meer op.
Morgen gaan we lekker weer verder. Op naar Anamur, dik 300 kilometer.
Ja, en nu is het dus alweer de volgende morgen. Dat wordt een hele ruk vandaag! Het eerste stuk gaat via Antalya naar Alanya, langs de kust van stoplicht naar stoplicht.
We passeren ontzettend veel hotels en resorts, de ene nog luxer dan het andere.

Een uur of anderhalf volgen we de kustweg, daarna gaat de weg iets het binnen land in. Daar struikelen we over de stalletjes met aardbeien langs de weg. We kopen een kistje, ze zijn heerlijk. Hier hoeft dus helemaal geen suiker op! En voor dat geld koop je in Nederland nog niet een klein doosje
We zien steeds minder sinaasappel bomen, en dus ook steeds minder stalletjes met sinaasappels. Daarvoor in de plaats komen de bananen plantages.

Er is een dubbele oogst. De bomen die buiten staan hebben hun banaantjes in het najaar. De bomen die in de kassen staan hebben nu hun oogst.
We komen in de buurt van Alanya.
Nu zijn we ondertussen al gewend aan alle speedboten met een parachute of een banaan er achteraan. Toeristisch vermaak noemen wij dat.

De weg langs de kust is een bochten weg, je stuurt jezelf helemaal suf. Maar als je dan de zoveelste bocht uit komt rijden en je ziet dit........ geloof me, dan valt de mond open.

Met minimaal een paar duizend Watt aan muziek vermogen schalt de herrie je tegemoet. Dat horen wij aan de wal. Kun je nagaan wat een herrie dat aan boord is! Toch zit de boot helemaal vol. Columbus vaart in de verte ook mee, plus nog een tiental andere soort gelijke boten. Het is druk op het water.
Het laatste stuk naar Anamur gaat over een heel spannend stuk weg. Vol met hobbels en omleggingen. De Turken zijn hier met man en macht aan het werk om de oude twee baansweg te vervangen door een moderne vierbaansweg. Tunnels worden geboord en komplete bergen worden gewoon weg gegraven. Dit is zo groots dat we het niet op een foto konden vast leggen. Er wordt overigens in heel Turkije hard gewerkt aan de infra structuur. Wat hier uitgevoerd wordt, wil je niet weten. En dat zonder steun uit de EG!

We komen op onze camping aan. De baas is al een oude man die moppert dat de Nederlandse campers van de NKC (Nederlandse kampeerautoclub) niet meer bij hem op zijn terrein komen. "Die gaan tegenwoordig ergens anders naar toe," zegt hij.
We zetten onze doos op een leuke plek onder de Eucalyptus bomen, vlak tegen het strand. Het is rustig, we zijn de enige gasten.

In de verte loopt iemand op het strand. Het is een Nederlander. Hiernaast is nog een camping. Hij staat daar met 21 andere Nederlandse campers die met een groepsreis op pad zijn. Juist, met de NKC! (Nederlandse Kampeerauto Club)
Oh ja, waar we zitten....

Positie  Noord  36  04,849    Oost 032  53,598  Camping Paradise in Anamur. Volgende keer misschien beter naar de buren? Is maar 100 meter hier vandaan.
Dinsdag 29 mei 2012. We gaan naar Konya.

Vanmorgen al om half negen het bed uit, buiten schijnt de zon. We drinken buiten lekker een kopje koffie en bespreken de plannen voor vandaag. Eigenlijk staat op ons reisplan een lange tocht over zo'n "geel weggetje."
Je weet wel, dat zijn die smalle slinger weggetjes die je op wegenkaarten kunt vinden.

Het stuk wat we in de planning hebben is dik 300 km lang en heeft er drie hoge steile passen in zitten. Op lopend van 1690 meter naar 1750 meter en dan nog naar 1850 meter. En daar tussen door natuurlijk ook weer naar beneden. 
Kennissen van ons hebben die tocht ook gereden, maar dan vanuit de andere kant naar hier. Dan ga je een heel eind naar beneden, terwijl als je van onze kant uit vertrekt moet je het hele eind naar boven. Wij zitten hier op zee niveau en Konya, het reisdoel ligt op 1000 meter boven de zeespiegel. Die kennissen hadden er 10 uur over gereden.
We hebben het er gister avond nog uitvoerig over gehad. Omdat we 's morgens altijd laat zijn, redden we dat niet in een dag. We hadden dus gekozen voor een "normale" weg die wel wat langer is, maar veel sneller te rijden.

En nu zitten we hier aan de koffie en het is pas half negen. "Anja, ik denk dat we toch die weg met de passen gaan doen. Die schijnt door het mooiste gebied van Turkije te lopen en iedereen juicht er over." "Ik vind dat wel leuk, maar heb jij zin om tien uur te sturen dan?" "Ja, we komen hier niet elke dag, laten we het proberen. Is het niks, draaien we gewoon weer om. Deden we met de boot toch ook?"
We slobberen snel de koffie op, rijden langs de bakker en de dieselpomp en 20 minuutjes later zijn we op weg. Op de GPS zien we langzaam de hoogte op lopen, en inderdaad, de omgeving is fabelachtig mooi. De helling wordt weer steiler en Hans schakelt vlak voor een haarspeldbocht terug naar de tweede versnelling.

Ineens een hardverscheurend gegil. "Wat is er Anja," roept hij boven het lawaai uit. "Met mij helemaal niets," roept ze terug.

Vreselijk piepen en daarna een scherp snerpend geluid. "Ik ben bang dat we de turbo opgeblazen hebben."
Hans zit verbijsterd achter het stuur en de doos heeft geen puf meer om de berg nog verder op te rijden. "Dit is wel het laatste wat ik verwacht had," zegt hij nog vol twijfel.
We draaien de auto om en rijden zachtjes terug naar beneden. Dat gaat dus vanzelf, daar heb je geen motor voor nodig. Terug naar de camping, maar dan niet die van vannacht, maar naar de buren. (Camping Dragon).

De Campers van de groep die met de NKC reizen zijn net aan het inpakken, even later zijn ze verdwenen en is de rust terug gekeerd. Min of meer in zak en as zetten we de stoeltjes weer buiten. "Laten we nog maar een kopje koffie maken, dan kan alles afkoelen onder de motorkap. Daarna even kijken wat er precies aan de hand is."

Tegen beter weten in gaat Hans aan de slag. "Zinloos om te hopen dat het mee valt, dat kan dus nooit mee vallen! Dat ding is gewoon overleden." "Kun je zo'n ding repareren," vraagt Anja. "Nee, dat kan alleen een gespecialiseerd revisie bedrijf, en zo'n bedrijf heb je hier niet. We zullen op pad moeten voor een nieuwe turbo. Dat moet hier wel lukken." "Kun je hem er wel af halen dan?" vraagt Anja nog.
De eigenaresse van de camping komt langs. "Vanmiddag komt mijn klusjes man. Die kan je wel helpen. Hij is nu aan het vissen."
Even later blijkt dat de WC die die man gisteren gerepareerd had nu al weer de geest heeft gegeven. Het water spuit in het rond. "Die man blijft dus met zijn vingers van onze doos af."

Nadat de motor afgekoeld is gaan we sleutelen en een paar uurtjes later ligt de kapotte turbo naast de doos. Er is een vin afgebroken en de lagers liggen er uit.
"Het ziet er naar uit dat we hier wel even blijven," merkt Anja op. "Er staan hier mooie bomen, maak ik een waslijntje aan en dan kan de wasmachine aan. Hebben we twee vliegen in een klap."

Nu komt de klusjesman toch van pas. Hij spreekt Turks en kent hier de weg, wij niet. Hij belt wat in het rond en een half uur later zitten we bij een garage. De garagehouder belt ook weer in het rond en vertelt dat er morgen om 4 uur een originele nieuwe turbo voor ons klaar ligt ...................................... als we vooruit betalen natuurlijk.
En zo verdwijnt er een fors deel van ons budget naar de garage in dit leuke stadje en blijven wij vol verwachting achter in een kreupele doos.
Inmiddels zijn we weer een dag verder, om precies 5 minuten voor vier komt onze klusjesman aan lopen. Of we het telefoonnummer van de garage hebben, dan kan hij even bellen.

Hij draait het nummer, even wachten en ja hoor, de turbo is er. In 24 uur tijd!

"Dat is te mooi om waar te zijn, er zal dus wel wat fout gegaan zijn," denkt Hans. "Laat ik de oude turbo ook maar even meenemen, dan kan ik ze vergelijken. Je weet immers nooit."

Met een sportieve zwaai stapt Hans achter op het brommertje van de klusjesman. Het waait hard, dus al slingerend met een vaartje van ruim 60 kilometer per uur stuiven ze naar de garage.
Weer op de brommer en terug naar de camping. De nieuwe turbo ligt bij de voeten van de klusjesman. Hans heeft de oude in een tas in zijn linkerhand. Best zwaar zo'n ding.

En nu achterop. "Kan ik me verdomme niet meer vast houden aan de achterkant van het zadel. Maar ik kan toch ook niet mijn arm om de buik van de stuurman slaan?" denkt Hans nog. En hup, met een vaartje van dik 70 kilometer per uur, we hebben nu de wind mee, stuiven we terug naar de camping.

Helemaal gelukkig dat we het er levend van af gebracht hebben, stapt Hans weer af.
 
En, inderdaad, daar ligt een doos met het iveco logo er op.

"Zou het echt kloppen? Zit er de goeie turbo in? En dat binnen 24 uur?"
De klusjesman snijdt de verpakking open, en inderdaad, er zit een originele Iveco / Mitsubishi turbo in!

Tevreden kijkt de garage houder ons aan en met een blik in zijn ogen van "Laat ons Turken maar schuiven, dan komt het allemaal goed," zwaait hij ons uit.
Broederlijk liggen de beide turbo's naast elkaar op de werkbank. We bouwen nog een paar delen over, controleren het spul en een uurtje later loopt de motor van onze doos weer. Nou, dan heb je meteen weer goede zin. "Morgen een eindje proef rijden en boodschappen doen. Dan zijn we weer helemaal klaar om het nog een keer te gaan proberen!"
Dat we vlak aan het strand staan, dat heb je al gelezen. Maar dit is ook nog eens een bijzonder strandje. Hier komen de waterschildpadden hun eieren leggen.

We hadden al sporen van de schildpadden gezien in het zand. Het zijn grote beesten hoor. De afstand van de sporen tussen de poten is al gauw 80 centimeter tot een meter.

Ze komen rond een uur of half zes in de ochtend het water uit. Wij zien dat natuurlijk nooit, dan slapen we net.

Maar vannacht was het weer raak!
"En hoe weten onze langslapers dat dan?"  "Ja, we kunnen 's morgens dan misschien wel een beetje lui zijn, dat wil nog niet zeggen dat we ook dom zijn."

"We gaan op het strand wandelen en wat zien we? Korven van beton ijzer. Deze worden over het nest gezet door de natuur wachters." "Waarom?" zou je kunnen denken.

Kijk, daar hebben wij een antwoord op. "Het stikt in Turkije van de wilde honden. Die willen graag zo'n nest open graven. Die honderd of meer eieren die de schildpad met heel veel kermen en zweten gelegd heeft, zijn dan zo opgegeten."
Zo, nu nog even een kaartje er bij. Niet zo scherp als we wilden, maar het gaat maar om het idee.

We zijn bij Istanbul Azie binnen gereden.

De rode lijn is onze "track", ons spoor dus. We zitten nu op het meest zuidelijke deel van Turkije. van hieruit rijden we morgen naar het Noorden, naar Konya.

Van daaruit gaan we naar het Oosten, richting Cappadocia en verder naar het Van meer. (Links op de kaart.) Tegen die tijd hebben we weer een nieuwe update voor onze lezers en onszelf klaar.